351 - VOETBAL
350 - VOETBAL
325 - VOETBAL - termijn van beroep
De Nationale Kamer in de strijd tegen discriminatie en racisme (NKDR) is geen onderdeel van de Disciplinaire Raad van het Profvoetbal. De reglementaire beroepstermijn van 7 dagen tegen de beslissingen van de Disciplinaire Raad Profvoetbal is derhalve niet van toerpassing, wel geldt de termijn van 30 dagen van het Bas reglement. De door de NKDR opgelegde straf wordt als te zwaar aanzien, een alternatieve straf wordt opgelegd. Het college was van oordeel dat zware straffen zoals opgelegd door de NKDR opvoedkundig niets bijbrengen en de “daders” alleen maar in een gemoedgesteldheid brengen die hun inzichten ten aanzien van andere rassen nog verscherpen, eerder dan dat ze bijdragen tot het creëren van een besef dat iedereen gelijk is en zo moet aanzien worden, en het recht heeft in onze samenleving te zijn en als gelijk en volwaardig te worden opgenomen.
348 - VOETBAL - bestraffing van feiten niet opgemerkt door scheidsrechter
Wanneer de scheidsrechter bepaalde misplaatste gedragingen en zware fouten die de fysieke integriteit van een tegenstander in gedrang brengen niet heeft gezien, blijft later tuchtrechtelijke vervolging mogelijk. Het begrip tegenstander is ruimer dan trainer of speler van een andere ploeg, het kan ook een medelid van de staf van eigen ploeg zijn. Wanneer een handtekening ontbreekt van een lid van de reviewcommissie, die de zaak doorverwees naar het bondsparket, heeft dit vormgebrek geen belangen geschaad. De verwijzing door de reviewcommissie is slechts een aanbeveling, doch geen beslissing gezien de bondsprocureur soeverein oordeelt al dan niet te vervolgen. De rechten van de verdediging zijn dan ook niet geschaad.
345 BIS - VOETBAL - jeugdlicentie - artikel 1715§3 Ger.W. - geen verzuim om over een onderdeel van de eis uitspraak te doen
Het arbitragecollege oordeelde dat in de uitspraak van 25 juni 2024 de beslissing voldoende werd gemotiveerd, gebaseerd op de vorderingen en argumenten van de verschillende partijen. Uit een vergelijking tussen de vorderingen van de eisende partij, zoals ingesteld bij de syntheseconclusies en de uitspraak blijkt geen verzuim om over een onderdeel van de eis uitspraak te doen. Volledigheidshalve bevestigde het arbitragecollege uitdrukkelijk dat in de eerste arbitrale beslissing beweerde vergeten vorderingen van de club naar het oordeel van het arbitragecollege ongegrond zijn. De aangevoerde argumenten ten gronde gaven volgens het college geen aanleiding om een andersluidende beslissing te nemen en de club bijkomende punten toe te kennen.
345 - VOETBAL - jeugdlicentie - onjuiste vermelding rechtsvorm - arbitrageovereenkomst
De toegang tot de rechter zoals dat uit artikel 6 EVRM volgt vereist duidelijkheid inzake de identiteit van diegene die de beslissing neemt, de regels inzake het aanwenden van rechtsmiddelen en de termijnen. Het arbitragecollege wees op de grote onduidelijkheid of de beslissing verband houdt met de Pro League VZW, dan wel de Pro League NV. De nalatigheid van de Pro League om duidelijkheid te verschaffen van wie de beslissing uitgaat, leidt tot de conclusie dat er een bindende arbitrageovereenkomst bestaat tussen de club en de Pro League, en dat de aanpassing welke de club deed aan haar beroepsschrift in toepassing van artikel 17.2a kan worden aanvaard.
344 - VOETBAL - jeugdlicentie
In het organigram dienen de personen en gegevens met hun respectievelijke bevoegdheden op een duidelijke en juiste wijze te worden aangebracht door de clubs.
Men kan van het Auditoraat niet verwachten dat zij zelf een onderzoek gaat voeren naar de bevoegdheden en/of functies van de op de organigrammen weergegeven personen.
Het beroep werd afgewezen als ongegrond.
339 - VOETBAL
Het licentiereglement van de KVBVB schrijft onder meer voor dat, om een licentie te kunnen verkrijgen, de nodige documenten dienen te worden voorgelegd om te bewijzen dat (i) de lonen aan spelers, trainers en alle personeel betaald werden en ook (ii) de RSZ, (iii) de bedrijfsvoorheffing, (iv) de andere taksen en belastingen, (v) de patronale bijdragen aan het pensioenfonds en (vi) de bondsschulden.
De licentieaanvrager dient te bevestigen dat de voorgelegde documenten volledig en juist zijn.
Het arbitragecollege was, overeenkomstig het advies van het Auditoraat van de KBVB, van oordeel dat voetbalclub AALST niet voldeed aan haar verplichting om spontaan en volledig de correcte informatie en documenten voor te leggen. Verder motiveerde het arbitragecollege dat de volledige en correcte informatie ook moet volgen uit een correcte handelswijze, wat in voorliggende situatie niet bleek.
338 - VOETBAL - Licentie 1e Nationale ACFF
Afstand van geding voor het BAS – Veroordeling tot de kosten van de partij die afstand doet nadat een arbitragecollege is samengesteld
334 - VOETBAL - Licentie 1e Nationale ACFF
De club heeft alle vereiste documenten voor het BAS neergelegd – Licentie toegekend – Aangezien de club niet in orde was op het moment van de zitting voor de Licentiecommissie worden de arbitragekosten ten laste van de club gelegd
337 - VOETBAL - Licentie 1e Nationale ACFF
De club heeft de vereiste documenten voor het BAS neergelegd – Licentie toegekend – Aangezien de club na de beslissing van de Licentiecommissie zijn situatie in orde heeft gebracht worden de arbitragekosten ten laste van de club gelegd.
336 - VOETBAL - Licentie 1e Nationale ACFF
De club heeft de vereiste documenten voor het BAS neergelegd – Licentie toegekend – Aangezien de club na de beslissing van de Licentiecommissie zijn situatie in orde heeft gebracht worden de arbitragekosten ten laste van de club gelegd.
335 - VOETBAL - Licentie 1e Nationale ACFF
De clubs moeten alle documenten en vereiste informatie voor het verlenen van de licentie 24 uur voor het begin van de zitting indienen via het daarvoor bestemde platform - Bij gebreke hieraan mag de Licentiecommissie er geen rekening mee houden. - De club heeft alle vereiste documenten voor het BAS neergelegd - Licentie toegekend - Aangezien de Licentiecommissie geen beoordelingsfout heeft gemaakt, worden de arbitragekosten ten laste van de club gelegd.
340 - VOETBAL
De club heeft de vereiste documenten voor het BAS neergelegd – Licentie toegekend – Aangezien de club na de beslissing van de Licentiecommissie zijn situatie in orde heeft gebracht worden de arbitragekosten ten laste van de club gelegd.
321 - VOETBAL - Rechtsmacht BAS - decreet private arbeidsbemiddeling - partiële nietigheid
Arbitrage door het BAS is niet mogelijk voor geschillen voortvloeiende uit overeenkomsten waarin geen arbitragebeding is opgenomen die BAS aanduidt, met deze overeenkomsten kan wel rekening worden gehouden als deel van het feitelijk kader waarin de betwisting tussen partijen zich afspeelt en voor welke betwisting het BAS wel rechtsmacht heeft.
Het decreet Arbeidsbemiddeling is van openbare orde, de overeenkomsten zijn niet in strijd met dit decreet behoudens de verplichting om samen te werken met het Sportmakelaarskantoor bij toekomstige transfers.
Deze partiële nietigheid impliceert echter niet de nietigheid van de ganse overeenkomst.
Het arbitragecollege besluit, na onderzoek van de overeenkomsten, dat aan de voorschriften van art. 8 van het Decreet Arbeidsbemiddeling werd voldaan en de speler wel degelijk uitdrukkelijk en voorafgaand heeft ingestemd met het commissieloon.
320 - VOETBAL - Miskenning vormvereisten beroep - bewijs in disciplinaire zaken
Het beroep tegen de beslissing van de Nationale Kamer (NKDR) KBVB, dat bij een eenvoudige brief werd aangetekend en niet voldoet aan de door de KBVB in haar reglement gestelde vormvereisten, wordt ontvankelijk verklaard. De miskenning van bepaalde vormvereisten leidt niet tot de niet-toelaatbaarheid van de ingestelde vordering, nu het doel van de gestelde proceshandelingen werd bereikt.
Het bewijs in disciplinaire aangelegenheden is vrij. Het arbitragecollege oordeelt dat de feiten bewezen zijn rekening houdende met de melding van het slachtoffer, waarbij vastgesteld wordt dat deze verklaringen zeer precies zijn en verschillende incidenten tijdens de wedstrijd bevestigd worden door de scheidsrechter. Ook de verklaring van een medespeler en andere getuigenissen worden in aanmerking genomen. Het is volgens het arbitragecollege duidelijk dat ze niet vooraf op elkaar waren afgestemd. Het bewijs van de feiten wordt ook aangenomen op basis van verstuurde berichten via sociale media.
Gelet op de ernst van de feiten en het gegeven dat nergens uit blijkt, dat na het incident van het voorafgaande voetbalseizoen, specifieke/voldoende maatregelen werden genomen is voor het BAS de opgelegde straf redelijk en proportioneel.
324 - VOETBAL - Marginale toetsing - Beoordeling of de vergissing van de scheidsrechter grondig het spel heeft beïnvloed
Bij gebreke aan een termijn in het reglement dient het beroep tegen de beslissing van de Administratieve Kamer Departement Arbitrage Voetbal Vlaanderen overeenkomstig artikel 20 tweede lid BAS reglement aangetekend binnen de 30 dagen, nu in het reglement van de Federatie geen termijn is voorzien. De beslissing van de Administratieve Kamer, waarin deze vaststelt dat er sprake is van een scheidsrechterlijke vergissing in de toepassing van de spelregels is definitief. Het opnieuw spelen van de wedstrijd veronderstelt dat de scheidsrechterlijke vergissing het spel grondig heeft beïnvloed. Het belang van een goed verloop van de competitie vereist dat grondig dient te worden nagegaan of de bewuste overtreding van de spelregel de gang van het spel grondig heeft beïnvloed.
Het arbitragecollege stelt vast na marginale toetsing, dat de overwegingen van het Beroepscomité, onvoldoende zijn om haar beslissing dat de gang van het spel grondig werd beïnvloed te dragen. Het Beroepscomité motiveert niet op basis van welke motieven geoordeeld wordt dat het verloop van de wedstrijd door de vergissing grondig werd beïnvloed. Wat de beïnvloeding van de wedstrijd betreft, wordt zonder onderbouwing gesteld dat de beïnvloeding overduidelijk was en alleszins aan de orde. Het beroepscomité verwijst louter naar het tijdstip van de overtreding van het spelreglement door de scheidsrechter en de stand in de wedstrijd op dat moment.
Op grond van deze overwegingen kon het Beroepscomité in redelijkheid niet beslissen dat de vergissing, het verloop van de wedstrijd grondig heeft beïnvloed, zodat de wedstrijd ongeldig diende te worden verklaard en diende te worden herspeeld.
De beslissing om de wedstrijd te herspelen wordt vernietigd.
327 & 328 - VOETBAL - Tussenkomst - Verhaal tegen beslissing Professional Referee Department - Marginale toetsing - Beoordeling spelfeit of verkeerde toepassing spelregel - Vergissing VAR
Tussenkomst van een derde club vereist een persoonlijk en rechtstreeks belang. Dit is enkel aanwezig in hoofde van clubs die discussie voeren omtrent het al dan niet opnieuw spelen van de wedstrijd.
Een loutere beslissing tot “herspelen” van de wedstrijd tussen twee clubs heeft geen directe invloed op de situatie van andere clubs.
Het reglement KBVB voorziet niet in een intern rechtsmiddel tegen de beslissing van het Professional Referee Department. Enkel een voorziening is mogelijk bij het BAS in toepassing van artikel B1.18, zodat noch de Disciplinaire Raad noch de Evocatiecommissie bevoegdheid hadden om zich over de zaak uit te spreken.
Het BAS dient zich te beperken tot een zuiver marginale controle waarbij enkel wordt nagegaan of de genomen beslissing(en) in overeenstemming is of zijn met de eigen reglementen en de bepalingen van dwingend recht of openbare orde en of die al dan niet kennelijk onredelijk is of zijn en, met andere woorden of een bevoegde instantie, in dezelfde omstandigheden geplaatst, in alle redelijkheid tot het genomen besluit had kunnen komen.
Een beslissing van de VAR is niet gelijk aan een beslissing van de hoofdscheidsrechter. Vergissingen begaan door de VAR kunnen nooit aanleiding geven tot het ongeldig verklaren van een wedstrijd. Het feit dat de VAR duidelijk geen oog heeft gehad bij de strafschop fase voor spelers van een club, betreft geen fout wegens miskenning van de spelregels maar dient beschouwd te worden als een onzorgvuldigheid bij het vaststellen van een spelfeit. Wanneer de VAR vervolgens haar advies meegeeft aan de hoofdscheidsrechter en deze laatste volgt dit advies, is ook diens finale beslissing een beslissing over een spelfeit en is hier nergens een inbreuk tegen de spelregels te weerhouden.
Op basis van de informatie waarover de scheidsrechter beschikte, heeft hij immers de spelregels juist toegepast.
Het BAS stelt vast dat de beslissing van het Professional Referee Department niet op kennelijk onredelijke wijze is tot stand gekomen, maar weloverwogen was in het licht van de voor haar aangebrachte feitelijke gegevens.
326 - VOETBAL - Verhaal tegen beslissing Professional Referee Department – Marginale toetsing - Beoordeling spelfeit of verkeerde toepassing spelregel - vergissing VAR
Het reglement KBVB voorziet niet in een intern rechtsmiddel tegen de beslissing van het Professional Referee Department. Enkel een voorziening is mogelijk bij het BAS in toepassing van artikel B1.18.
Het BAS dient zich hierbij te beperken tot een zuiver marginale controle waarbij enkel wordt nagegaan of de genomen beslissing(en) in overeenstemming is of zijn met de eigen reglementen en de bepalingen van dwingend recht of openbare orde en of die al dan niet kennelijk onredelijk is of zijn en, met andere woorden of een bevoegde instantie, in dezelfde omstandigheden geplaatst, in alle redelijkheid tot het genomen besluit had kunnen komen.
Een beslissing van de VAR is niet gelijk aan een beslissing van de hoofdscheidsrechter. Vergissingen begaan door de VAR kunnen nooit aanleiding geven tot het ongeldig verklaren van een wedstrijd. De hoofdscheidsrechter op het veld is de eindverantwoordelijke.
Het niet trekken van een digitale lijn maakt geen fout uit tegen de spelregels, dit is nergens verplichtend opgelegd. Het was de soevereine beslissing van de VAR op basis van een feitelijk gegeven dat er sprake was van buitenspel, wat blijkbaar voor haar toen met het blote oog zichtbaar was. Het loutere feit dat de beoordeling van de buitenspelfase “foutief” was, doet geen afbreuk aan het feit dat dit een beoordeling blijft met betrekking tot een spelfeit.
Het BAS stelt vast dat het Professional Referee Department, met kennis van zaken, na alle betrokken actoren te hebben gehoord en na de bewuste beelden te hebben bekeken dat er weliswaar een beoordelingsfout werd gemaakt maar oordeelde vervolgens ook terecht dat dit de beoordeling van een spelfeit betrof en geen verkeerde toepassing van een spelregel.
329 - VOETBAL
Het BAS is bevoegd voor elk geschil uit hoofde van het bondsreglement van de KBVB, na uitputting van alle interne middelen (artikel B1.18) - Het bondsreglement voorziet niet in een beroep tegen een beslissing van de Professional Refereeing Department, maar alleen tegen beslissingen van het Bureau Arbitrage voor het Profvoetbal (artikel P2.18) - Aangezien de beslissing waartegen beroep wordt aangetekend door de Professional Refereeing Department werd genomen, verklaart het arbitragecollege zich bevoegd - Artikel B6.120 van het bondsreglement bepaalt dat beslissingen van de scheidsrechter over spelfeiten niet vatbaar voor verhaal zijn. -
Artikel B6.121 van het Bondsreglement bepaalt dat wanneer een scheidsrechter een fout heeft begaan in de toepassing van de spelregels, de zaak wordt overgemaakt aan de bevoegde disciplinaire instantie, d.i. de Professional Refereeing Department - Wanneer een scheidsrechter geen strafschop fluit voor een handsbal binnen het strafschopgebied, is er geen sprake van een vergissing in de toepassing van de spelregels - Deze beslissing is derhalve niet vatbaar voor verhaal.
317 - VOETBAL
Mogelijke racistische uitlatingen ("vuile Arabier") door een speelster tijdens een wedstrijd - Krachtens het reglement van de KBVB onthoudt elke club of aangeslotene zich van elke vorm van discriminatie op basis van o.a. ras, nationale of etnische afkomst - Het gebruik van de termen "vuile Arabier" is een daad van discriminatie - In tuchtzaken en in strafzaken moeten de rechten van de verdediging worden nageleefd en ligt de bewijslast bij de autoriteit - In casu wordt het doorslaggevende bewijs van het feit dat een speelster de betrokken termen heeft uitgesproken niet tot genoegen van recht geleverd- De beslissing van de Nationale Kamer in de Strijd tegen Discriminatie en Racisme wordt hervormd.
315 - VOETBAL
Factuur van een tussenpersoon - Krachtens artikel 8.11 §4 van het nieuwe boek 8 van het Burgerlijk Wetboek levert een aanvaarde of niet binnen een redelijke termijn betwiste factuur bewijs tegen haar schuldenaar. Een betwisting heeft alleen rechtsgevolgen als deze nauwkeurig en duidelijk is, en een niet gemotiveerde betwisting staat gelijk met afwezigheid van betwisting.
314 - VOETBAL - Geen toestemming tot betaling van de factuur van een tussenpersoon gegeven door de Clearing Kamer van de licentiecommissie
Het verhaal tegen deze beslissing is geen hoger beroep maar een verzoek tot vernietiging - Het arbitragecollege kan in het kader van de marginale toetsingsbevoegdheid de beslissing alleen vernietigen wegens schending van het Reglement of van een bepaling van dwingend recht of openbare orde, of omdat de beslissing kennelijk onredelijk is - In casu heeft de Clearing Kamer vastgesteld dat de overeenkomst niet voldeed aan de reglementaire eis van de frequentie van de betalingen - In het kader van zijn marginale toetsingsbevoegdheid stelt het arbitragecollege vast dat de bestreden beslissing niet kennelijk onredelijk is - De partijen blijven gebonden door de overeenkomst en kunnen de wettelijke mechanismen van het verbintenissenrecht in werking zetten.
310 - VOETBAL - Tussenpersoon - vergoeding
Het arbitragecollege stelt vast dat de dienstverleningsovereenkomst met de speler gesloten werd na de arbeidsovereenkomst tussen speler en club, doch dat de tussenpersoon zijn rechten put uit een verloningsovereenkomst gesloten met de speler voorafgaandelijk de arbeidsovereenkomst tussen club en speler. De opzeg van de dienstverleningsovereenkomst en eventuele nietigheid ervan hebben dan ook geen invloed op de vergoedingen zoals die voortvloeien uit de verloningsovereenkomst. De vordering van de tussenpersoon wordt gegrond verklaard.
306 - VOETBAL - Voetbal - Commissie tussenpersoon - toestemming clearing departement - opschortende voorwaarde - materiële vergissing
Wanneer de overeenkomst tussen een makelaar en een club, een materiële vergissing bevat zijn de partijen ( hier in het bijzonder de club) op grond van de vertrouwensleer (artikel 5.32 BW) en de aanvullende werking van de goede trouw verplicht mee te werken aan de rechtzetting van deze materiële vergissing. De overeenkomst voorzag dat de betaling van de factuur aan de makelaar zou gebeuren op voorwaarde van het schriftelijk akkoord van het clearing departement KBVB. Deze goedkeuring werd niet bekomen ingevolge een materiële vergissing in de overeenkomst. De club die weigert de materiele vergissing recht te zetten, werkt niet mee aan het vervullen van de opschortende voorwaarde. Uit artikel 5.144 BW volgt dat de club dient mee te werken aan het vervullen van de opschortende voorwaarde. De club is haar medewerkingsplicht niet nagekomen door te weigeren de materiële fout in de bemiddelingsovereenkomst te herstellen. De vordering tot betaling werd gegrond verklaard.
293 - VOETBAL - Voetbal - Tussenpersoon - akkoord clearing departement KBVB - nietige overeenkomst - gevolgen
De bepalingen van artikel 8 van het Vlaams Decreet betreffende de private arbeidsbemiddeling raken de openbare orde. Het arbitragecollege stelt vast de overeenkomst tot dienstverlening nietig is, nu de overeenkomst niet voorafgaand aan de arbeidsovereenkomst werd gesloten. De naam van tussenpersoon werd ook niet in de arbeidsovereenkomst vermeld zoals vereist door artikel 6 van de FIFA “ Regulations on Working with Intermediaries” en artikel B 8.28 van het KBVB Reglement Tussenpersonen. Het college oordeelde dat de overeenkomst tot dienstverlening in deze werd afgewend van haar doel in die zin dat zij in werkelijkheid een commissievergoeding toekende voor de bemiddeling van een arbeidsovereenkomst tussen de speler en de club. Het loutere feit dat het clearing departement haar goedkeuring gaf voor de betaling van de factuur doet geen afbreuk aan de vaststelling dat de overeenkomst nietig is. De vordering tot betaling van de factuur opgesteld op basis van de nietige overeenkomst is ongegrond.
280
Bemiddelingsovereenkomst - Artikel B8.10 van het Reglement bepaalt dat een tussenpersoon niet mag optreden voor zowel de club als de speler of voor zowel de verkopende club als de nieuwe club - Als dezelfde tussenpersoon optreedt in het kader van een 1e transactie (tussen clubs A en B) voor club A, in het kader van een tweede transactie (tussen clubs B en C) voor club B en in het kader van een derde transactie (tussen de speler en club C) voor de speler, dan is deze tussenpersoon nooit tegelijk voor twee partijen opgetreden en is er geen schending van de regel van artikel B8. 10 - Het reglement is niet van toepassing op een buitenlandse club.
309 - VOETBAL - Jeugdlicentie pro league 2023-2024 - Vormvoorschriften en Beroepstermijn - puntensysteem
Artikel 17.1 van het reglement BAS voorziet geen vormvoorschriften met betrekking tot de wijze waarop beroep dient aangetekend bij het BAS.
Het reglement Jeugdlicentie 2023-2024 van de Pro League bepaalt dat hoger beroep mogelijk is bij het BAS binnen een termijn van drie werkdagen na de bekendmaking aan de club van hun definitieve score en het volledig klassement van de clubs. Door het verzoekschrift binnen de drie dagen aan het BAS te bezorgen is het beroep regelmatig naar tijd en vorm. De beroepstermijn van drie dagen impliceert niet dat binnen die termijn het beroep aan de Pro League ter kennis dient gebracht.
Het puntensysteem met het oog op de indeling in reeksen, is er op gericht investeringen te bevorderen en belonen die specifiek gemaakt zijn ter bevordering van de jeugdwerking.
Investeringen in de kwaliteit van het hoofdterrein en de bijhorende hoofdtribune, zijn niet specifiek gemaakt om de jeugdwerking te bevorderen.
Beroep ongegrond.
283 - VOETBAL - marginale toetsing - rechten van verdediging - herkwalificatie - oproeping via de gerechtigde correspondent overeenstemming met decreet van 24 juli 1996 - bewijs in tuchtprocedures - motiveringsplicht
Na uitputting van de interne rechtsmiddelen, dient de beslissing van de federatie te gebeuren via marginale toetsing, hierbij moet worden nagegaan of de genomen beslissing al dan niet kennelijk onredelijk was in vergelijking met een beslissing die in een dergelijke situatie kan en mag verwacht worden van een normale en zorgvuldige instantie. Ook de evenredigheidstoets tussen de feiten en sanctie dient in dat geval via marginale toetsing te gebeuren.
Het is voldoende dat de opgeroepene weet voor welke hem ten laste gelegde feiten hij moet verschijnen. De tuchtinstantie had de mogelijkheid de feiten te herkwalificeren. De rechten van verdediging zijn niet geschonden wanneer de beklaagde ter zitting de mogelijkheid had zich te verdedigen omtrent deze geherkwalificeerde feiten.
Artikel 8 van het Decreet van 24 juli 1996 tot vaststelling van het statuut van de niet-betaalde sportbeoefenaar, vereist dat de sportbeoefenaar persoonlijk in kennis dient gesteld te worden van de hem ten laste gelegde feiten. Hieraan is voldaan wanneer de oproeping gebeurt via de gerechtigd correspondent van de club waarbij de betrokkene aangesloten is. De gerechtigde correspondent dient als een lasthebber te worden aanzien.
De betrokkene verscheen voor het Beroepscomité zodat de oproeping zijn doel heeft bereikt. De korte oproepingstermijn in deze zaak ( minstens 24 uur) was verantwoord door de ernst van de feiten. De korte oproepingstermijn heeft de belangen van de betrokkene niet geschaad, gezien hij geen uitstel heeft gevraagd en zich kunnen verdedigen heeft.
Het bewijs van de tenlasteleggingen is vrij in tuchtprocedures.
De motivering dient tegemoet te komen aan de essentiële argumenten in feite en in rechte die door de partijen op voldoende duidelijke, nauwkeurige en relevante wijze, ter ondersteuning van hun verdediging, zijn aangevoerd.
Uit het niet vermelden van het concrete artikel op basis waarvan de sanctie werd uitgesproken volgt geen nietigheid van de beslissing.
De beslissing werd als niet kennelijk onredelijk beoordeeld.
300 - VOETBAL
Licentie nationale amateurclub - Licentie niet toegekend door de Licentiecommissie van de KBVB - Dossier aangevuld in de loop van de procedure - De licentie wordt toegekend maar de club wordt veroordeeld tot de kosten
299 - VOETBAL
Licentie nationale amateurclub - Licentie niet toegekend door de Licentiecommissie van de KBVB - In geval van hoger beroep herneemt het BAS de zaak in zijn geheel zowel in rechte als in feiten en moet het nagaan of aan de voorwaarden voor de toekenning van de licentie is voldaan op basis van de bewijsstukken toegezonden uiterlijk 24 uur voor de zitting - De licentie wordt toegekend maar de club wordt veroordeeld tot de kosten.
296 & 297 - VOETBAL
De regel van de dubbele kwalificatie in artikel B4.112 van het Bondsreglement houdt in dat spelers slechts gekwalificeerd zijn voor officiële wedstrijden indien zij op de datum, waarop de wedstrijd normaal had moeten gespeeld worden, en op de datum waarop de uitgestelde wedstrijd daadwerkelijk wordt gespeeld, gekwalificeerd zijn - Een speler die getransfereerd wordt tijdens een transferperiode na de oorspronkelijke datum van de wedstrijd kan dus niet deelnemen aan die wedstrijd - Het arbitragecollege bevestigt de aftrek van de punten en de boete -
Voor een U23-team is een speler niet gekwalificeerd als hij titularis was of minstens 45 minuten heeft gespeeld tijdens de laatste officiële wedstrijd van het eerste elftal in divisie 1A of 1B van het profvoetbal -
De in aanmerking te nemen wedstrijd is de laatste wedstrijd voorafgaand aan de oorspronkelijk geplande wedstrijd en niet de laatste wedstrijd voor de effectieve datum van de wedstrijd -
Een andersluidend advies van een instantie van de KBVB (de "regulation specialist") kan een schending van het reglement niet rechtvaardigen.
281 - VOETBAL
Commissie van tussenpersoon - De wil van een club om zijn verplichtingen ten aanzien van een tussenpersoon na te komen is een legitiem, reeds verkregen en dadelijk belang - Een beslissing van de Clearing Kamer van de Licentiecommissie van de KBVB is een beslissing in eerste en laatste aanleg. Het BAS heeft bijgevolg slechts een marginale toetsingsbevoegdheid en mag dus enkel beoordelen of de betwiste beslissing in overeenstemming is met de eigen reglementen en de bepalingen van dwingend recht of openbare orde en of de betwiste beslissing niet kennelijk onredelijk is - Indien een tussenpersoon tussenkomt in het kader van de transfer en de arbeidsovereenkomst van een speler kan de betaling van zijn vergoeding niet worden toegestaan - Noch de tussen de tussenpersoon en de club gesloten overeenkomst, noch enig ander element voorgelegd aan het arbitragecollege levert het bewijs van de tussenkomst van de tussenpersoon bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst van de speler – Het arbitragecollege geeft toestemming aan de club om de tussenpersoon te betalen.
279 - VOETBAL
Bemiddelingsovereenkomst - Een beslissing van de Clearing Kamer van de Licentiecommissie van de KBVB is een beslissing in eerste en laatste aanleg - De beoordelingsbevoegdheid van het BAS is bijgevolg beperkt tot een marginale toetsing van de naleving door de KBVB van de eigen reglementen en van de bepalingen van dwingend recht of openbare orde, en of de betwiste beslissing niet kennelijk onredelijk is - Een vertegenwoordigingsovereenkomst kan gemengd zijn, op voorwaarde dat de verschillende tussenkomsten (transfer en arbeidsovereenkomst) afzonderlijk worden vergoed - Aangezien het bewijs van de tussenkomst van de tussenpersoon voor het sluiten van de arbeidsovereenkomst van de speler niet werd geleverd, kon de Clearing Kamer de betaling van de commissie niet weigeren en motiveerde de beslissing niet naar behoren.
290 - VOETBAL
Het Bondsparket wordt niet beschouwd als "een partij" en moet niet worden vermeld in het verzoekschrift tot hoger beroep - Een club die wordt vervolgd wegens racistische uitlatingen van zijn supporters heeft de mogelijkheid om zich te verdedigen voor de NKDR en voor het BAS over alle ten laste gelegde feiten, en in het bijzonder over de regelmatigheid van de procedure voor de stopzetting van de wedstrijd - Een verzoekschrift tot hoger beroep kan alleen nietig worden verklaard als de verweten onregelmatigheid of nalatigheid de belangen schaadt van de partij die zich op de uitzondering beroept - De scheidsrechter beschikt over een discretionaire bevoegdheid om te beslissen om een wedstrijd definitief te staken, maar artikel B6.55 van het reglement beperkt deze bevoegdheid - De objectiviteit van het scheidsrechtersverslag wordt aangenomen en een scheidsrechtersverslag heeft een hogere bewijskracht - Geen enkele reglementaire bepaling legt het voorafgaand verhoor van vertegenwoordigers van een club op vóór de disciplinaire zitting.
284 - VOETBAL - marginale toetsing - geldigheid oproeping - bewijs scheidsrechter verslag - evenredigheid van de straf.
Bij een marginale toetsing bevindt de beperkte beoordelingsbevoegdheid van de rechter zich in het midden tussen enerzijds het geheel ontbreken van beoordelingsbevoegdheid, en anderzijds de volledige toetsing waarbij de rechter zonder meer de aan hem onderworpen gedragingen of rechtshandeling beoordeelt volgens zijn eigen maatstaven over wat behoorlijk of onbehoorlijk is. Er moet worden nagegaan of de genomen beslissing al dan niet kennelijk onredelijk was in vergelijking met een beslissing die in een dergelijke situatie kan en mag verwacht worden van een normale en zorgvuldige instantie.
De oproeping via een andere club dan die waarbij men aangesloten is, geeft geen aanleiding tot nietigheid van de procedure wanneer men is verschenen op de zitting van de instantie. Het is voldoende dat de opgeroepene weet waarvoor hij moet verschijnen, zodat de onjuiste vermelding dat hij "als speler" wordt opgeroepen niet tot nietigheid van de oproeping kan leiden. Een scheidsrechterverslag heeft minstens een zekere bewijswaarde, zeker als het strookt met een aantal overeenstemmende gegevens/vermoedens.
De uitgesproken sanctie moet in overeenstemming zijn met de statuten, het huishoudelijk reglement van de federatie en in verhouding staan met de tenlastelegging (art. 6 EVRM).
294 & 295 - VOETBAL
Een vrijwillige tussenkomst is slechts ontvankelijk indien de tussenkomende partij een persoonlijk en rechtstreeks belang aantoont - Dit belang kan van materiële of morele aard zijn - De vraag of een wedstrijd moet worden herspeeld of een forfaitscore moet worden toegepast is slechts van rechtstreeks belang voor de bij de wedstrijd betrokken clubs - Het belang van andere clubs kan niet als rechtstreeks worden omschreven - De vrijwillige tussenkomsten worden onontvankelijk verklaard -
Alvorens een wedstrijd definitief te staken moet de scheidsrechter de procedure in 3 fasen toepassen die voorzien is in artikel B6.55 van het reglement van de KBVB - Artikel B6.55.P, 3°, a) bepaalt dat de scheidsrechter contact moet opnemen met de veiligheidsverantwoordelijke van de organisator en de politie alvorens de wedstrijd te staken - Deze contactname kan gebeuren tijdens fase 2 om het treffen van maatregelen om wanordelijkheden te voorkomen mogelijk te maken – Gelet op het verslag van de Match Delegate is bij de beslissing om de wedstrijd te staken geen sprake van een kennelijke beoordelingsfout - De wedstrijd werd derhalve op regelmatige wijze gestaakt - Beroepen gegrond verklaard.
289 - VOETBAL - Partijen bij beroep tegen disciplinaire raad Profvoetbal KBVB - keuring terrein - bespeelbaarheid.
Dat het beroep is gericht tegen de KBVB en niet tegen de club betrokken is eerste aanleg, is zonder belang wanneer de beroepsprocedure gevoerd wordt in aanwezigheid van die club. Het arbitragecollege besluit op grond van diverse feitelijke vaststellingen dat de beslissing van de scheidsrechter om het veld bespeelbaar te verklaren niet kennelijk onredelijk was. Het is daarbij zonder belang dat voorafgaandelijk aan de keuring door de scheidsrechter, een ander persoon eveneens een keuring uitvoerde. De feiten in rapporten van de scheidsrechter worden verondersteld correct te zijn, waarbij het bewijs van hun onjuistheid wel kan worden geleverd (art. 40 FIFA Disciplinaire Code).
274 & 275 - VOETBAL - Beslissing KBVB Nationale Kamer in de strijd tegen discriminatie en racisme - bewijs -scheidsrechter verslag - verklaringen van derden
De enige arbiter stelt vast dat verklaringen van spelers en gerechtelijke correspondenten van de respectievelijke clubs tegenstrijdig zijn omtrent het feit of een speler zich schuldig maakte aan racistische uitlatingen. De arbiter stelt vast dat het wedstrijdverslag van de scheidsrechter, wiens objectiviteit wordt vermoed, geen melding maakt van racistische uitlatingen. De arbiter is van oordeel dat verklaringen, die geen eigenlijke getuigenverklaring zijn, niet overtuigen wanneer ze uitgaan van personen die op één of andere manier bindingen hebben met de club en werden afgeleverd nadat er door deze club klacht was ingediend. Ook de verklaring van de betrokken speler kan volgens de arbiter niet als objectief bewijs worden aanzien.
De arbiter oordeelt dat er onvoldoende bewijzen zijn en vernietigt de sanctie uitgesproken in eerste aanleg.
273 - VOETBAL
Verzoek aan het BAS om het advies van de Belgische Mededingingsautoriteit als amicus curiae te bekomen - Verzoek verworpen omdat enkel de hoven en rechtbanken van de Belgische rechterlijke orde een “amicus curiae” aan de BMA kunnen vragen en het BAS geen “rechtscollege” is -
De beslissing van de PRO LEAGUE om clubs met infrastructuur voor D1A een forfaitair bedrag van € 500.000 toe te kennen, is een "besluit van ondernemersvereniging" dat de mededinging niet beperkt, omdat deze beslissing als doel heeft om de investeringen in infrastructuur te compenseren. Deze beslissing is legitiem en vormt een evenredig herverdelingsproces -
Indien een club in dezelfde omstandigheden, in tegenstelling tot eiser, de compensatie van € 500.000 zou hebben ontvangen zonder deze te moeten terugbetalen, zou eiser het slachtoffer zijn van discriminatie.
Heropening van de debatten teneinde verweerder in staat te stellen om aan te tonen dat een factuur naar de begunstigde club werd gestuurd, dat de terugbetaling werd bekomen en, bij gebrek hieraan, dat met alle mogelijke middelen getracht werd om de betaling te bekomen.
271
Een disciplinaire sanctie moet worden getoetst aan het beginsel van proportionaliteit van de sanctie ten opzichte van de begane en erkende fouten - Het scheidsgerecht erkent het bestaan van meerdere verzachtende omstandigheden in hoofde van verzoeker - De straf van één jaar schorsing wordt gehandhaafd maar kan niet gepaard gaan met andere sancties en wordt uitgesteld voor een termijn van één jaar
272 - VOETBAL - Motivering van de interne beslissing in graad van beroep - Beroep na uitputting interne rechtsmiddelen - Marginale toetsing
Aan de motiveringsplicht is voldaan wanneer in geval van intern beroep in de federatie tegen een niet gemotiveerde beslissing in eerste aanleg, in graad van beroep de beslissing zowel de feitelijke als de juridische overwegingen vermeldt die aan de beslissing ten grondslag liggen.
Aangezien het Bondsreglement reeds heeft voorzien in interne rechtsmiddelen die werden uitgeput betreft de zaak geen beroep met volle rechtsmacht.
Het BAS heeft op basis van artikel B1.15 en artikel B1.18 van het reglement KBVB een marginale toetsingsbevoegdheid. Daarbij kan enkel beoordeeld worden of de betwiste beslissing in overeenstemming is met de eigen reglementen en de bepalingen van dwingend recht of openbare orde en of de betwiste beslissing niet kennelijk onredelijk is. Het staat daarbij aan de verzoekende partij te bewijzen dat de betwiste beslissing kennelijk onredelijk is.
Eiser toont niet aan dat het Bureau Arbitrage Voetbal Vlaanderen kennelijk onterecht oordeelde dat het gedrag van eiser een inbreuk op de Ethische Code en bijgevolg een sanctioneerbaar feit vormde.
Eiser toont ook niet aan dat het Bureau Arbitrage Voetbal Vlaanderen in achtgenomen de verschillende elementen van het dossier een kennelijk onredelijke maatregel oplegde en aldus tot een besluit kwam dat een bevoegde instantie geplaatst in dezelfde omstandigheden op basis van dezelfde elementen in alle redelijkheid niet zou nemen.
Beroep ongegrond.
270 - VOETBAL - Jeugdlicentie Pro League 2022-2023 - Onduidelijkheid inzake beroepsmogelijkheden - Nieuwe stukken - Bewijslast
In de discussie of het beroep inzake jeugdlicenties dient aangetekend tegen de beslissing houdende mededeling van de definitieve score dan wel tegen beslissing inzake de bekendmaking van de reeksindeling, stelt het arbitragecollege vast dat het jeugdlicentiereglement onvoldoende precies is met betrekking tot de beslissing waartegen beroep kan worden aangetekend. Naar het oordeel van het arbitragecollege kunnen de bepalingen niet in het nadeel van de club worden uitgelegd teneinde haar het fundamenteel recht tot het aanwenden van rechtsmiddelen te ontzeggen zodat haar beroep ontvankelijk is.
Van het arbitragecollege kan niet worden verwacht dat zij de bewijsvoering in de plaats van de club op zich neemt. Het is aan de club om te bewijzen dat zij een hogere score verdient dan diegene welke haar werd toegekend.
De ter zitting nieuwe overgelegde stukken worden niet aanvaard. Dit volgt uit het feit dat partijen dit zelf overeenkwamen in de arbitrageovereenkomst en bovendien uit het feit dat de club geen dienstige reden aanvoert die verklaart waarom zij niet vroeger over de betrokken stukken kon beschikken.
Beroep ongegrond.
256 - VOETBAL
Beledigende uitlatingen, bedreigingen en spuwen naar de scheidsrechter - Schorsing voor een periode van 5 jaar (met uitstel voor 2 jaar) opgelegd door het Beroepscomité van eerste verweerster - De beoordeling door het BAS betreft een marginale toetsing van de naleving door tweede verweerster van haar eigen reglementen en van de bepalingen van dwingend recht of openbare orde, en of de betwiste beslissing niet kennelijk onredelijk is – Het scheidsgerecht kan uitsluitend over de strafmaat en de proportionaliteit ten opzichte van de begane fouten oordelen - De uitsluiting wordt teruggebracht tot het reglementaire minimum, d.i. drie jaar met uitstel voor twee jaar
266 - BASKETBAL - Licentie BNXT LEAGUE 2022-2023 - Nieuwe stukken ingediend door de club tijdens de procedure - Geen beletsel meer om de licentie toe te kennen - Kosten ten laste van de club.
Het arbitragecollege is van oordeel dat het passend voorkomt om de kosten van de arbitrageprocedure ten laste van de club te leggen. De beroepsprocedure valt terug te voeren tot de eigen nalatigheid van de club om de stukken die de toekenning van een B-licentie rechtvaardigen tijdig voor te leggen aan de Licentiecommissie.
268 - FUTSAL
De club die een belang heeft kan een beroep instellen bij het BAS tegen een beslissing van de Licentiecommissie betreffende een andere club - De aanvrager geeft aan een financieel en sportief belang te hebben als de naburige club naar 2e divisie zou dalen – Het beroep is ontvankelijk - Het BAS herneemt de zaak in zijn geheel zowel in rechte als in feiten - Het reglement vereist dat een club die een Futsal Elite-licentie aanvraagt een trainer moet hebben die ingeschreven is voor de opleiding UEFA B Futsal, maar vereist niet dat de club controleert of deze trainer de opleiding regelmatig volgt – Verweerster vraagt de veroordeling van eiseres tot de advocatenkosten (rechtsplegingsvergoeding) - Het reglement van het BAS bepaalt dat partijen in beginsel hun eigen kosten dragen.
262 - KAATSEN - Transfer van speler - Beoordelingsbevoegdheid BAS - Interpretatie van het reglement - Toepassing decreet 24 juli 1996 - Rechtmatig vertrouwen opgewekt door info van bestuurders van de Federatie
Omdat er in de reglementen geen specifieke bepaling is voorzien inzake beroep tegen een geweigerde overgang van een speler, hebben partijen zich akkoord verklaard de betwisting omtrent de interpretatie van het reglement voor te leggen aan het BAS. Het arbitragecollege leidt, uit de briefwisseling tussen partijen en uit de omschrijving van het geschil zoals partijen het hebben geformuleerd in de arbitrageovereenkomst, af dat het de bedoeling van partijen was om de rechtsgeldigheid van de overgang van de speler naar zijn nieuwe club te beoordelen, en dat partijen daarvoor aan het BAS volheid van bevoegdheid hebben gegeven.
Het arbitragecollege stelt dat het reglement moet geïnterpreteerd worden in de zin dat de speler, die op reglementaire wijze zijn vrijheidsaanvraag heeft geformuleerd vóór 31 oktober, en vóór 30 november een nieuwe aansluitingskaart tekent, hetzij bij zijn vorige club, hetzij bij een nieuwe club, die speler speelgerechtigd is bij de club waar hij een aansluitingskaart tekende. In die hypothese kan die speler tot 31 mei van het daaropvolgend kalenderjaar tijdelijk van club veranderen voor de rest van het lopende seizoen, mits akkoord van de Raad van Bestuur van de Kaatseenheid.
Vermits de speler zich vóór 30 november opnieuw had aangesloten bij zijn oorspronkelijke club, was een tijdelijk overgang mogelijk tot 31 mei 2022.
Het arbitragecollege is van oordeel dat deze interpretatie beantwoordt aan de ratio legis van het reglement en de vrijheidsregeling van het Decreet van 24 juli 1996 en strookt met het rechtmatig vertrouwen opgewekt in hoofde van de speler, op basis van informatie bekomen bij bestuurders van de federatie ook al bevatte deze informatie geen formeel akkoord.
267 - VOETBAL
Verantwoordelijkheid van een club voor het gedrag van zijn supporters - Wanneer het BAS niet optreedt als beroepsinstantie in het kader van een disciplinaire beslissing van een sportfederatie beschikt het slechts over een marginale toetsingsbevoegdheid - Het kan uitsluitend nagaan of de federatie haar eigen reglementen en de dwingende wettelijke bepalingen of bepalingen van openbare orde heeft nageleefd, en of de beslissing niet kennelijk onredelijk is - De thuisclub is verantwoordelijk voor de veiligheid in zijn stadion en de rellen hadden kunnen worden voorkomen als de thuisclub ervoor had gezorgd dat de supporters van de twee clubs van elkaar gescheiden waren of de aanwezigheid van stewards had voorzien - De opgelegde sancties zijn in overeenstemming met het Reglement - De vordering is ongegrond.
247 - VOETBAL
Een verzoek tot evocatie kan slechts worden ingesteld tegen een beslissing van een disciplinaire instantie die niet (meer) vatbaar is voor een gewoon rechtsmiddel - De eventuele onontvankelijkheid van een eerst rechtsmiddel leidt niet automatisch tot de onontvankelijkheid van een volgend rechtsmiddel – Naar analogie met de voorwaarden voor een beroepsprocedure bij het Hof van Cassatie kan een verzoek tot evocatie slechts worden ingesteld wanneer de beslissing in eerste en laatste instantie is genomen of wanneer de beslissing is genomen naar aanleiding van een eerder ingesteld gewoon rechtsmiddel - Beroep bij het BAS ontvankelijk maar ongegrond.
257 - VOETBAL - afstand van geding - eiser veroordeeld tot de arbitragekosten
255 - VOETBAL - Licentie - Nationale amateurclub seizoen 2022-2023 - Weigering licentie door Controlecommissie Voetbal Vlaanderen - Neerlegging nieuwe stukken - Toekenning licentie - Kosten
Gezien de nieuwe stukken en de erkenning van verweerders in conclusie dat aan de voorwaarden voor het toekennen van de licentie voldaan is, wordt de licentie van regionale amateurclub (2de en 3de afdeling) voor het seizoen 2022-2023 toegekend.
Het arbitragecollege gaat niet in op de vraag van de verzoekers om de verweerders te veroordelen tot de kosten van de arbitrageprocedure en het toekennen van een rechtsplegingsvergoeding. Het arbitragecollege stelt immers vast dat de beroepsprocedure gevolg is van de nalatigheid van de club om in eerste aanleg de noodzakelijke stukken tijdig voor te leggen, aan de administratie en de bevoegde Commissie.
244 - VOETBAL - makelaar - arbitrageovereenkomst - gezag van gewijsde beslissing clearing kamer licentiecommissie - afwezigheid protest pro forma factuur
Wanneer de overeenkomst tussen de makelaar en de club een arbitragebeding bevat die de bevoegdheid van het BAS voorziet, is het BAS bevoegd om van het geschil kennis te nemen. Aan de beslissing van de clearing kamer van de licentiecommissie KBVB kleeft geen gezag van gewijsde. Dat een partij heeft meegewerkt aan de procedure bij het clearing departement en de clearing kamer kan niet worden aanzien als een afstand van het arbitragebeding die partijen zijn aangegaan in de tussen hen aangegane overeenkomst. Het “geldig” of “ongeldig” zijn van een overeenkomst kan enkel worden beoordeeld aan de hand van de ter zake van toepassing zijnde wettelijke bepalingen uit het burgerlijk wetboek, een interne reglementering kan daar geen voorwaarden aan toevoegen of deze overeenkomst wijzigen. Wanneer partijen uitdrukkelijk hebben bedongen dat de niet registratie van de overeenkomst, ondanks de reglementaire verplichting te registreren, geen afbreuk doet aan de verplichtingen van de overeenkomst dan blijft de overeenkomst uitwerking hebben.
Wanneer de pro forma facturen overeenstemmen met de tussen partijen geldig gesloten overeenkomst, zijn de pro forma facturen een bevestiging van de contractuele afspraken. In dat geval dient ingeval van niet-akkoord protest aangetekend tegen de pro forma factuur.
254 - VOETBAL - Weigering van uitstel voetbalwedstrijd door Kalendermanager KBVB - geen interne verhaalsmogelijkheden - niet opdagen van één van de clubs ondanks de weigering van uitstel - gevolgen - sanctie
De reglementsbepaling dat de beslissing van de Kalendermanager KBVB betreffende aanvragen tot uitstel van een vastgestelde wedstrijd zonder verhaal is ( artikel B7.14 ) , is niet kennelijk onredelijk. Het competitieverloop zou ernstig worden verstoord indien er ook intern binnen de KBVB een beroepsmogelijkheid zou zijn tegen een beslissing van de Kalendermanager.
Aangezien er intern binnen de KBVB geen verhaal/beroep kon worden aangetekend, was de Disciplinaire Raad enkel bevoegd om te oordelen over de op te leggen sanctie naar aanleiding van de niet gespeelde wedstrijd waarbij een club niet kwam opdagen. De Disciplinaire Raad was niet bevoegd om te beslissen dat de Kalendermanager een nieuwe datum diende te bepalen voor de bewuste wedstrijd. De Disciplinaire Raad heeft door te beslissen dat de niet gespeelde wedstrijd opnieuw diende te worden ingepland door de Kalendermanager, haar bevoegdheid overschreden.
De club die niet akkoord was met de beslissing van de kalendermanager om de wedstrijd niet uit te stellen, kon beroep aantekenen bij het BAS zoals in de zaak BAS 248/22. De club heeft dit niet gedaan zodat enkel kan vastgesteld worden dat zij ten onrechte niet opdook voor de geplande wedstrijd. De Disciplinaire Raad diende dan ook een sanctie op te leggen aan de club die niet opdaagde en diende daarbij rekening te houden met de principes van evenredigheid en effectiviteit van de sanctie.
Het Arbitragecollege dient als beroepsorgaan diezelfde principes te hanteren. Het opleggen als sanctie van een forfaitnederlaag van 5-0 aan de niet opdagende club met toekenning van de drie punten aan de club die wel opdaagde (artikel B7.34 Bondsreglement) is evenredig en effectief.
251 - VOETBAL
Een verzoek dat tegen geen partij wordt gericht, dat geen uiteenzetting van feiten, geen voorwerp van de vordering, geen samenvatting van de aangevoerde middelen bevat, is nietig en brengt een schending van de rechten van verdediging met zich mee.
Een tweede verhaal ingesteld tegen de Federatie maar niet tegen de andere betrokken club is eveneens onontvankelijk.
248 - VOETBAL - Voetbalwedstrijd uitgesteld door de kalendermanager KBVB omdat bij één club een groot aantal coronabesmettingen werd vastgesteld – marginale toetsing – geen inbreuk op de mededingingsregels van artikels IV.1 / IV.2 WER – geen inbreuk op de eerlijke marktpraktijken artikel VI.104 WER – vordering tot herziening van de beslissing tot uitstel afgewezen.
De kalendermanager van de KBVB beschikt over een ruime bevoegdheid met betrekking tot het beheer van de kalender van het profvoetbal. De kalendermanager, zo daartoe gegronde redenen bestaan, kan desnoods ambtshalve beslissen om een ofmeer wedstrijden uit te stellen.
Het arbitragecollege beschikt met het oog op de beoordeling van de motivering van de bestreden beslissing slechts over een marginale toetsingsbevoegdheid. Het arbitragecollege kan dan ook uitsluitend nagaan of de betwiste beslissing van de kalendermanager, gegeven de concrete omstandigheden, zowel in feite als in rechte, als redelijk en zorgvuldig kan beschouwd worden. Het staat aan de verzoekende partij te bewijzen dat de beslissing kennelijk onredelijk of onzorgvuldig is, welk bewijs niet is geleverd. Door het uitstellen van de kwestieuze wedstrijd wordt de mededinging op de Belgische betrokken markt of op een wezenlijk deel ervan niet merkbaar verhinderd, beperkt of vervalst en wordt er geen misbruik van machtspositie gemaakt. Het uitstellen van de kwestieuze wedstrijd is geen met de eerlijke marktpraktijken strijdige daad.
227 - VOETBAL
Makelaar die optreedt voor de speler en voor de club - Er bestaat een belangenconflict wanneer de belangen van een speler tegenstrijdig zouden kunnen zijn met deze van een club - Krachtens het reglement en een algemeen rechtsbeginsel mag een lasthebber niet optreden als tegenpartij van de lastgever om een rechtshandeling te stellen in het kader van zijn mandaat.
De tussen de makelaar en de speler gesloten overeenkomst, die onlosmakelijk verbonden is met de tussen de makelaar en de club gesloten overeenkomst, moet derhalve nietig worden verklaard - De vordering van de makelaar is ongegrond.
242 - VOETBAL - Voetbalwedstrijd uitgesteld omdat een deel van het veld nog met ijs bedekt was - Vraag tot vergoeding van vergeefs gemaakte productiekosten van televisierechtenhouder en oplegging van geldboete - Artikel 2 Intern Reglement Pro League - Inspanningsverbintenis - Onvoldoende motivering van beslissing tot sanctionering - Vernietiging van beslissing
Artikel 2 Intern Reglement van de Pro League bevat een inspanningsverbintenis en sanctioneert niet de onbespeelbaarheid van het voetbalterrein op zich, maar wel in voorkomend geval eventuele tekortkomingen die de wedstrijdomstandigheden aantasten (eerste gradatie) dan wel tekortkomingen die tot gevolg hebben dat de wedstrijd moet worden uitgesteld wegens de niet-bespeelbaarheid van het terrein (tweede gradatie). Het bewijs is niet geleverd dat mocht de overkapping met verwarmingssysteem eerder zijn geplaatst en geactiveerd de wedstrijd wel had kunnen gespeeld worden.
239 - Tuchtklacht – Tijdelijke schorsing tot behandeling klacht – Klacht onontvankelijk verklaard in eerdere BAS-arbitrage en tijdelijke schorsing opgeheven – Definitieve schorsing met voorwaarden voor hervatten van activiteiten beslist door disciplinaire commissie na zitting BAS-arbitrage college en vóór bekendmaking arbitrale beslissing – Beroep tegen definitieve schorsing – Vernietiging beslissing van disciplinaire commissie – Toekenning morele schadevergoeding en rechtsplegingsvergoeding
De door geïntimeerde opgelegde sancties, de tijdelijke schorsing (en de lange duur ervan) en de uiteindelijk opgelegde voorwaarden, zijn allen gestoeld op een onontvankelijke klacht en het Arbitragecollege neemt aan dat geïntimeerde voldoende kennis in huis heeft, of behoort te hebben, om dit te moeten weten of, minstens, te moeten opmerken. In die zin meent het Arbitragecollege dat geïntimeerde inderdaad te voortvarend is geweest in haar beslissingen en haar communicatie met, vooral, de leden van de club van appellant. Gelet op het voorgaande is het Arbitragecollege van oordeel dat appellant wel degelijk gerechtigd is op een morele schadevergoeding.
Het Arbitragecollege is van oordeel dat geïntimeerde in casu wel degelijk blijk heeft gegeven van een tergende proceshouding, waardoor appellant zich genoodzaakt zag zich tot het BAS te wenden. Het Arbitragecollege oordeelt dat appellant aldus wel degelijk gerechtigd is op een rechtsplegingsvergoeding naar analogie met het gemeen recht.
230 - PETANQUE - Tumult tijdens wedstrijd – Gele kaart – Verbolgen reactie – Tuchtsanctie – Schorsing van 15 maanden en geldboete – Beroep gedeeltelijk gegrond – Schorsing verminderd – Geldboete bevestigd
Het arbitragecollege kan de proportionaliteit van de straf in functie van de inbreuken vrijelijk beoordelen. Het oordeelt dat de tuchtsanctie opgelegd door de tuchtcommissie niet in evenredigheid is met het gebeuren tijdens de wedstrijd, ook al heeft de speler zich niet gedragen zoals het hoorde toen hij een gele kaart heeft aangevochten bij de wedstrijdtafel of toen hij bij fouten van de wedstrijdorganisatie beledigingen “ad hominem” formuleerde.
Het feit dat ondertussen reeds geruime tijd is verstreken wordt eveneens door het arbitragecollege in overweging genomen om de straf te verminderen.
229 - PETANQUE - Tumult tijdens wedstrijd – Gele kaart – Verbolgen reactie – Tuchtsanctie – Schorsing van 18 maanden en geldboete – Beroep gedeeltelijk gegrond – Schorsing verminderd – Geldboete bevestigd
Het arbitragecollege kan de proportionaliteit van de straf in functie van de inbreuken vrijelijk beoordelen. Het oordeelt dat de tuchtsanctie opgelegd door de tuchtcommissie niet in evenredigheid is met het gebeuren tijdens de wedstrijd, ook al heeft de speler zich niet gedragen zoals het hoorde toen hij een gele kaart heeft aangevochten bij de wedstrijdtafel of toen hij bij fouten van de wedstrijdorganisatie beledigingen “ad hominem” formuleerde.
231 - PAARDENWEDRENNEN - Doping van paarden – Boetes opgelegd aan paardentrainsters – Terugbetaling van prijzengelden – Geen tegenonderzoek gevraagd met betrekking tot enkele paarden – Geen intern hoger beroep ingediend tegen alle beslissingen van Dopingcommissie bij Federatie – Beroep tegen beslissingen van Dopingcommissie bij het BAS – Devolutief effect – Opgelegde sancties niet disproportioneel – Afwijzing beroep
De beslissingen van de Dopingcommissie werden genomen in volle coronatijden waarbij het voor iedereen zoeken was om het een ander werkbaar te maken en te houden, en dit met het oog op het verder blijven functioneren, en dat hierbij “fouten” werden gemaakt, staat vast maar het betreffen geen fouten en/of nalatigheden die voortvloeien uit een bewuste keuze om het normale procedureverloop te fnuiken, integendeel zijn het eerder onhandigheden voortvloeiend uit een geconfronteerd worden met een nieuwe realiteit.
Er ligt geen schending voor van artikel 6 E.V.R.M. wanneer de procedure kan worden onderworpen aan een “controle achteraf door een rechterlijke instantie met volledige rechtsmacht”, in casu het BAS.
Het arbitragecollege stelt vast dat alle belissingen genomen door de Dopingcommissie, hoewel administratief niet altijd volgens de regels van de kunst opgemaakt, niettemin werden gedragen door onderliggende inbreuken die voldoende bewijskracht hebben.
218 - VOETBAL - Artikel 4 van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering – Wanneer het aan het arbitragecollege voorgelegde geschil raakpunten vertoont met lopende onderzoeken moet het arbitragecollege de procedure schorsen tot de definitieve uitspraak van de strafrechter omtrent het bestaan van de aangevoerde inbreuken
240 - LICENTIE - Licentie A - Weigering licentie door licentiecommissie - Voldaan aan licentievoorwaarden - Toekenning licentie
Met de verklaring van de verwerende partij, is het arbitragecollege van oordeel dat het beroep gegrond is. De verzoekende partij voldoet aan de voorwaarden tot het toekennen van een licentie A voor het seizoen 2021-2022.
234 - VOETBAL - Licentie – Nationale amateurclub seizoen 2021-2022 – Weigering licentie door Licentiecommissie – Neerlegging nieuwe stukken – Afbetalingsakkoord – Toekenning licentie
Na het indienen van nieuwe stukken (controleverslag van bedrijfsrevisor, nodige attesten en stukken), betaling op enkele zeer kleine bedragen na van alle schulden en een afbetalingsakkoord met het gemeentebestuur van Maasmechelen, voldoet de club aan de algemene licentievoorwaarden opgesomd in artikel V7.11 en aan de specifieke licentievoorwaarden opgesomd in artikel V7.11 en V7.12 van het Bondsreglement tot het bekomen van een licentie nationale amateurclub voor het seizoen 2021-2022.
236 - VOETBAL - Licentie betaald voetbal voor het seizoen 2021-2022 - Tussenbeslissing van de Licentiecommissie om de debatten te heropenen - Beslissing van de Licentiecommissie om het Auditoraat voor de Licenties op te dragen een budgettaire opvolging te doen overeenkomstig artikel P7.38 van het Bondsreglement - Budgettaire opvolging van niveau 1 en niveau 2 - Gedeeltelijk gegrond beroep
Het arbitragecollege besluit dat de opvolging volgens niveau 2, naast de controle van niveau 1, niet buitensporig is, maar integendeel adequaat lijkt en in verhouding staat tot de huidige en vroegere situatie van de club en tot de nagestreefde doelstellingen, namelijk het goede verloop en de integriteit van de competities te waarborgen en de clubs in staat te stellen een licentie voor het volgende seizoen te blijven verkrijgen. Deze controle wordt ook gerechtvaardigd door de behoefte aan doorzichtigheid die voor alle clubs geldt en lijkt adequaat omdat zij verband houdt met de specifieke problemen waarmee de club wordt geconfronteerd, met name wat de salarissen betreft, en evenredig omdat zij geen bijzondere extra kosten meebrengt, aangezien de maandelijkse indiening van de geconsolideerde balans en de resultatenrekening niet meer vereist is.
235 - VOETBAL - Licentie profvoetbal 1A en 1B, licentie nationale amateurclub en Europese licentie seizoen 2021-2022 – Weigering licentie door Licentiecommissie – Rapport Auditeur-generaal – Voldaan aan licentievoorwaarden – Toekenning licentie – Opvolging financiële situatie – Verzending naar Licentiecommissie voor verdere afhandeling
Een maximale opvolging van de situatie van de club, conform artikel P7.38 van het Bondsreglement, is noodzakelijk. In het kader van dit toezicht moet de club maandelijks financiële informatie aanleveren. In geval van aanhoudende tekortkomingen of tekortkomingen waaraan geen gevolg wordt gegeven, zal door het Auditoraat voor de licenties een verslag worden opgemaakt aan de Licentiecommissie. De zaak wordt volgens artikel B11.116 Bondsreglement voor verdere afhandeling verzonden aan de Licentiecommissie.
238 - VOETBAL - Licentie nationale amateurclub en betaald voetbal 1B seizoen 2021-2022 – Weigering van de licentie door de Licentiecommissie - Trainer zonder arbeidsovereenkomst – Installatie van een gemiddelde verlichting van ten minste 800 lux – Stadion met een capaciteit van ten minste 1.500 zitplaatsen – Flexibele maar controleerbare toepassing van de infrastructuurvereisten – Toekenning van de licentie – Toezicht op de financiële situatie – Niveau 2.
Het kan niet volledig worden uitgesloten dat, net als in het seizoen 2020-2021, clubs die in de 1ste nationale afdeling spelen worden “opgevist” voor de afdeling 1B, bij gebrek aan voldoende deelnemers. Bijgevolg heeft de club een bestaand en daadwerkelijk belang bij het aanvragen van een licentie 1B voor het seizoen 2021-2022.
De vastgestelde en onbetwiste tekortkomingen van de club (een enigszins ontoereikend aantal zitplaatsen en de installatie van een adequate verlichting veertien dagen na de uitspraak van het BAS) rechtvaardigen niet dat de club de mogelijkheid wordt ontnomen om toegang te krijgen tot de markt van het profvoetbal, aangezien een weigeringsbeslissing onevenredig kan lijken ten opzichte van het nagestreefde doel en de opgeworpen tekortkomingen. De afweging van de respectieve belangen van de partijen in deze zaak rechtvaardigt een soepele maar controleerbare toepassing van de verplichtingen inzake infrastructuur die door het Bondsreglement worden opgelegd.
De toezichtsmaatregel, die de KBVB in ondergeschikte orde vordert (toezending, desgevallend langs elektronische weg, van betalingsbewijzen, afbetalingsplan, balans en resultatenrekening, wijzigingen in de lopende rekeningen) lijkt een legitiem doel na te streven en lijkt geen kostbare of zware last te vormen.
224 - BOKSEN - Tuchtklacht – Tijdelijke schorsing van trainer tot aan beslissing ten gronde – Trainingsmethodieken – Medisch en ethisch verantwoord sporten – Schending rechten van verdediging – Geen mededeling van klacht – Geen oproep voor tuchtcommissie – Vordering gegrond – Mondeling geformuleerde vordering voor rechtsplegingsvergoeding afgewezen
De inhoud van het decreet inzake medisch en verantwoord sporten kan niet worden gebruikt of misbruikt door een sportorganisatie om het eigen tuchtreglement zomaar te overtreden en terzijde te schuiven. Het is aan de sportorganisaties om een tuchtreglement uit te vaardigen dat afgestemd is op haar diverse verplichtingen zoals vastgesteld in andere wetten, decreten, verdragen en besluiten en ervoor te zorgen dat haar reglement in overeenstemming is met de nationale en internationale rechtsprincipes. De tuchtcommissie heeft de rechten van verdediging geschonden, omdat de appellant zich op geen enkele wijze heeft kunnen verdedigen ten aanzien van de tuchtcommissie die zonder ook maar enige tegenspraak een tijdelijke schorsing heeft uitgesproken.
228 - VOETBAL - Covidpandemie - Stopzetting competitie - Crisiscel - Uitstel opstart competitie 1ste nationale amateur - Vraag tot afwerken heenronde en tot opstart mini-competitie voor promotie naar 1B - Onderscheid tussen professionele en niet-professionele spelers - Afwijzing vordering
Het arbitragecollege heeft niet de bevoegdheid om het competitieformat binnen de KBVB/VV te organiseren of de competitie te regelen, maar kan wel opleggen dat te doen, voor zover hun beslissing om dat niet (meer) te doen als kennelijk onredelijk wordt aanzien.
Gezien het gegeven dat de uitzondering wordt beoordeeld op het niveau van de competitie en een meerderheid van de betrokken clubs de competitie niet wenste verder te zetten, is de beslissing van de KBVB/VV om geen aanvraag in te dienen om de competitie te kunnen hervatten met alle clubs en bijgevolg de competitie stop te zetten en om niet in te gaan op de vraag om een mini-competitie te organiseren, niet kennelijk onredelijk.
213 - VOETBAL
Facturen van makelaar - Lopend strafonderzoek opgestart door het federaal parket, maar nog geen effectieve strafvordering - Verzoek om de procedure op basis van het adagium “le criminel tient le civil en état" op te schorten - Het arbitragecollege is van oordeel dat het adagium "le criminel tient le civil en état" niet kan worden ingeroepen - Overeenkomsten ondertekend door één bestuurder terwijl de statuten voorzien in de handtekening van 2 bestuurders - De vennootschap is toch gebonden wanneer de daartoe bevoegde personen de onbevoegde handeling bekrachtigen - Theorie van het schijnbare mandaat - Er bestaat geen aanleiding om de procedure op te schorten - Vordering ontvankelijk en gegrond verklaard
225 - VOETBAL - Sportmakelaar - Transfer van een voetballer van een Belgische club - Schuldbekentenis - Openstaand saldo - Arbitragekosten - Proceskostenvergoeding – Kosten van raadsman toegekend ex aequo et bono
Zonder de kosten te ontkennen van de raadsman die de eiseres heeft moeten consulteren, merkt het arbitragecollege op dat in dit geval deze kosten in verband met de arbitrage beperkt blijven tot het opstellen van het inleidende document. Bij gebreke van stukken wordt een bedrag ex aequo et bono toegekend als vergoeding voor de kosten van de raadsman.
191 - TAEKWONDO - Schrapping na een veroordeling door de strafrechter wegens valsheid in geschrifte en gebruik van valsheid in geschrifte bij de beoefening van Taekwondo - Termijn voor de betwisting van de tuchtmaatregel - Te laat ingesteld beroep
Een beroep dat te laat is ingesteld, is niet-ontvankelijk. Niets verplicht een sportbond om de beroepstermijn uitdrukkelijk te vermelden door verwijzing naar het reglement van een andere instelling als het BAS, op voorwaarde evenwel dat, zoals in casu, de wijze van uitoefening van het beroep gemakkelijk kan worden achterhaald, hetgeen het geval is door een nauwkeurige en uitdrukkelijke verwijzing naar het procedurereglement van het BAS, dat gemakkelijk toegankelijk is op internet.
215 - VOETBAL
Procedure voor het BAS tot tenuitvoerlegging van een dading – Het indienen van een klacht bij een onderzoeksrechter met betrekking tot deze dading is een voldoende en zelfs dwingende reden om de procedure op grond van artikel 4 V.T.Sv., dat van openbare orde is, op te schorten
216 - VOETBAL
Procedure voor het BAS tot tenuitvoerlegging van een dading – Het indienen van een klacht bij een onderzoeksrechter met betrekking tot deze dading is een voldoende en zelfs dwingende reden om de procedure op grond van artikel 4 V.T.Sv., dat van openbare orde is, op te schorten
217 - FUTSAL - Misplaatste uitlatingen of herhaaldelijke kritiek t.a.v. een scheidsrechter - Gele kaart en rode kaart - Geen oproeping voor fysieke agressie aan scheidsrechter - Schorsing door Provinciaal Comité Limburg - Hoger beroep laattijdig ingesteld - Evocatieverzoek tegen beslissing PC Limburg - Evocatieverzoek onontvankelijk verklaard door evocatiecommissie wegens vroegtijdig ingediend - Nieuw evocatieverzoek tegen beslissing PC Limburg na arbitrale uitspraak - Beroep tegen beslissing evocatiecommissie - Vordering ongegrond
Er kan evocatie worden aangetekend tegen een beslissing van een disciplinaire instantie in eerste aanleg genomen in geval van ontdekking van een nieuw feit. Een nieuw evocatieverzoek kan alsnog ontvankelijk beschouwd worden voor wat betreft de vraag of tegen de juiste beslissing evocatie werd ingesteld. De evocatietemijn van zeven dagen van artikel B11.88 van het Bondsreglement loopt vanaf de kennisname van het aangevoerd nieuw feit, dat in casu bestaat uit de beweerde tegenstrijdigheid van twee beslissingen van de disciplinaire commissie.
Het arbitragecollege volgt de evocatiecommissie in haar oordeel dat het evocatieverzoek werd afgewezen omwille van laattijdigheid, weze het op basis van een ander motief omdat de termijn om het evocatieverzoek in te dienen reeds vroeger was beginnen lopen.
198 - VOETBAL
Bestreden beslissing van de Commissie Jeugd - Akkoord tussen partijen bekrachtigd door het arbitraal college
214 - VOETBAL - Stopzetting van de competitie als gevolg van de Covid-19-crisis - Degradatie uit derde klasse ACFF naar de Brabantse provinciale eerste klasse - Intrekking van de licentie van een andere club in dezelfde klasse - Vrijkomende plaats in derde klasse ACFF - Toewijzing van de vrijkomende plaats aan een stijgende club uit de provinciale eerste klasse van dezelfde provincie in plaats van aan verzoekster - Artikel A476 KBVB reglement - Klacht - Verwerping van het beroep
Terwijl de artikelen A476 en A1532.12 van het KBVB reglement een identieke situatie lijken te regelen, heeft artikel A1532.123, dat verwijst naar artikel B1532, betrekking op verschillende situaties waarin het aantal dalers moet worden verminderd, terwijl artikel A476 alleen betrekking heeft op de specifieke situatie van het niet verkrijgen van een licentie. Hieruit volgt dat de in artikel A476 bedoelde regel, ook al is deze in het KBVB reglement opgenomen onder de rubriek “Algemeen”, moet worden beschouwd als een bijzondere regel die op grond van het algemene beginsel lex specialis derogat legi generali de voorkeur moet krijgen en in het onderhavige geval moet worden toegepast, aangezien deze meer in het bijzonder gericht is op de beoogde feitelijke situatie. Het arbitragecollege is van mening dat het ACFF terecht benadrukt dat de bepaling van artikel A476, die van latere datum is dan artikel B1532, voorrang moet krijgen op deze laatste, met toepassing van het adagium lex posterior derogat priori.
212 - VOETBAL - De beslissingen genomen door de ACFF vormen geen akten van een administratieve overheid in de zin van artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State - Het Sportcomité van de ACFF en het Beroepscomité van de ACFF zijn derhalve niet verplicht om de rechtsmiddelen, de bevoegde instanties en de voorgeschreven vormen en termijnen te vermelden - Er is geen schending van artikel 6 van het EVRM wanneer de procedure kan worden onderworpen aan een "controle achteraf door een rechterlijke instantie met volledige rechtsmacht", in casu het BAS - Zeer korte termijnen kunnen gerechtvaardigd zijn door de noodzaak om de reeksen snel samen te stellen voor het komende seizoen - De procedure bij het BAS laat niet toe om het gebrek dat heeft geleid tot de onontvankelijkheid van het beroep voor het Beroepscomité van de ACFF te herstellen. Er is daarom geen noodzaak om de grond van de vordering te beoordelen.
210 - BASKETBAL - Besluit tot stopzetting van de competities - Samenstelling van de regionale reeksen 2 voor dames voor het seizoen 2020-2021 - Afstand van activiteit door een club - Overeenkomst inzake overdracht van activiteiten om de plaats van de club in de reeks te kunnen innemen - Verzoek om toepassing van artikel PA75ter van het huishoudelijk reglement van de AWBB - Verstrijken van de termijn - Klacht - Verwerping van het beroep
Artikel PA75ter van het huishoudelijk reglement van de AWBB regelt de overdracht van activiteiten en heeft geen betrekking op een uitwisseling van clubs, zoals de twee clubs in hun overeenkomst inzake overdracht van activiteiten beogen. Aangezien de club die heeft verzaakt aan haar activiteit, niet binnen de gestelde termijn een ploeg in de regionale damesafdeling 2 voor het seizoen 2020-2021 had ingeschreven, had de club op het moment van de aanvraag volgens PA75ter geen ploeg meer in die afdeling, met als gevolg dat een overdracht van activiteiten op dat moment in ieder geval niet meer mogelijk was. Artikel PA75ter legt geen enkele maatregel van bekendmaking op aan de AWBB.
211 - VOETBAL - Wijziging benaming van club - Bepalen van toepasselijke versie van het Bondsreglement - Datum van indiening aanvraag tot naamswijziging - Artikel B303 Bondsreglement (editie 2019-2020) - “Te gelijkaardig” geen voorzien criterium - In redelijkheid elke mogelijke verwarring met andere bestaande voetbalclubs uitsluiten - Aanvaarding van weglaten termen “Yellow Blue” - Afkorting “SK Beveren” niet aanvaard
Bij gebrek aan overgangsbepalingen, dan wel relevante uitzonderingsbepalingen met betrekking tot de inwerkingtreding van het Bondsreglement (editie 2020-2021), kan voor het bepalen van de toepasselijke versie van het Bondsreglement enkel rekening gehouden worden met de datum waarop de aanvraag tot naamswijziging werd ingediend. De omstandigheid dat de arbitrageprocedure pas na de inwerkingtreding van het Bondsreglement (editie 2020-2021) werd ingeleid, doet geen afbreuk aan de toepasselijkheid van artikel B303 Bondsreglement (editie 2019-2020), omdat de aanvraag tot naamswijziging werd ingediend vóór de inwerkingtreding van het nieuwe Bondsreglement (editie 2020-2021).
Het arbitragecollege stelt vast dat het criterium “te gelijkaardige naam” geen in het Bondsreglement (editie 2019-2020) voorzien criterium is waaraan de toelaatbaarheid van een eventuele naamswijziging kan worden getoetst zodat dit motief op zich de beslissing van de Bond niet kan schragen. De benaming “Supporterskring Beveren” is op zich voldoende onderscheidend om in redelijkheid elke mogelijke verwarring met de benaming van andere bestaande voetbalclubs uit te sluiten zodat weglating van de termen “Yellow Blue” kan worden aanvaard. Evenwel, inzoverre de benaming van een club zich conform artikel B3030.11 Bondsreglement (editie 2019-2020) uitstrekt tot “... de naam en/of de afkorting die de club identificeert…” en de verzoekende partijen zich naast de naam “Supporterskring Beveren” kennelijk tevens expliciet wensen te bedienen van de afkorting “SK Beveren”, kan zulks niet worden ingewilligd.
206 - TAFELTENNIS - Pandemie COVID-19 - Beëindiging van de competitie - Ontzegging van toegang tot de provinciale afdeling 1WB 2020- 2021 - Provinciaal Comité van Luik – "van Kerm-methode" - Betwisting van de toegepaste berekeningsmethode - Nationaal sportreglement - Hoogste verhouding tussen het aantal betwiste punten en het maximum aantal te verzamelen punten in de respectievelijke reeksen - Beroep afgewezen door Tuchtcommissie - Bevestiging door Commissie in beroep van beslissing van Tuchtcommissie - Autonomie van de Provinciale Comités in de samenstelling van de reeksen - Klacht ongegrond
Artikel C.11.1 van het Provinciaal Reglement van de Koninklijke Belgische Tafeltennisbond verwijst niet naar de nationale berekeningsmethode, maar bepaalt alleen dat de voorwaarden voor de kwalificatie van een club om deel te nemen aan de eindrondes moeten worden vastgesteld op basis van nationale criteria. In artikel C.11.2 staat precies en expliciet dat de eindrondes van de provinciale afdelingen onder de verantwoordelijkheid van de Provinciale Comités vallen. De Provinciale Comités beslissen autonoom over de samenstelling van de reeksen voor hun respectievelijke provincies.
166 - ROEIEN - Sancties die door de jury tijdens regatta's aan de eiser worden opgelegd - Klacht ondertekend alleen door de voorzitter van de eiser en niet door twee bestuurders - Eiser vertegenwoordigd door twee bestuurders tijdens zitting van het tuchtcomité - Klacht niet-ontvankelijk verklaard door het tuchtcomité - Verwerping van het beroep
Wanneer de inleidende akte voor een klacht niet door een bevoegd orgaan van een rechtspersoon gedaan werd, kan deze onregelmatige situatie worden gecorrigeerd en/of goedgekeurd door naar behoren gemachtigde organen van die rechtspersoon. Deze correctie/goedkeuring moet echter plaatsvinden vóór het verstrijken van de vooraf vastgestelde termijn voor het instellen van de klacht. De Code van de Roeibond bepaalt dat een klacht tegen de beslissing van de jury binnen 5 werkdagen moet worden ingediend. Terwijl de klacht inderdaad binnen de termijn van vijf werkdagen werd ingediend, werd de hoorzitting van het tuchtcomité twee maanden na het indienen van de klacht gehouden. Hoewel de eiser op de hoorzitting van het tuchtcomité door twee bestuurders werd vertegenwoordigd, was er geen goedkeuring meer mogelijk, omdat de termijn van vijf dagen ruimschoots was overschreden. De beroepsprocedure kan het aanvankelijke gebrek dat tot de niet-ontvankelijkheid van de klacht van de eiser heeft geleid niet zuiveren.
202 & 203 & 204 - VOETBAL (arbitrale einduitspraak)
Heropening van de debatten - Akkoord tussen partijen bekrachtigd door het arbitraal college - Verdeling van de kosten
177 - BILJART - Verplichting van de Nationale Sportcommissie om biljartlakens bestaande uit minimum 75% wol te gebruiken - Wedstrijd gepeeld op synthetisch laken - Sanctie met forfaitscore - Zonder objectieve verantwoording - Restrictieve mededingingspraktijken - Belgisch en Europees mededingingsrecht - Dominante positie - Hoger beroep onontvankelijk verklaard door directiecomité van biljartbond - Vordering gegrond
De KBBB is een onderneming met een machtspositie, en de nationale en Europese regels inzake mededinging zijn derhalve van toepassing op de KBBB. Wat de regelgevingsaspecten van sport betreft, kan alleen geval per geval worden beoordeeld of een bepaalde sportregel verenigbaar is met het EU-mededingingsrecht. Het arbitraal college stelt vast dat de KBBB geen objectieve gronden aantoont die kunnen rechtvaardigen dat in hun sportreglement is opgenomen dat in de klassieke disciplines, vijf kegels en artistiek, het speelvlak en de banden dienen bekleed te zijn met lakens bestaande uit minimaal 75% wol om de precisie, effecten, terugstuit en snelheid te garanderen.
De omstandigheid dat er een sponsoring overeenkomst bestaat of bestaan heeft tussen de KBBB en een bepaalde producent van biljartlakens toont op zich niet aan dat er sprake is van verboden kartelafspraken.
165 - BILJART - Verplichting van de Nationale Sportcommissie om biljartlakens bestaande uit minimum 75% wol te gebruiken - Wedstrijd gespeeld op synthetisch laken - Sanctie met forfaitscore - Zonder objectieve verantwoording - Restrictieve mededinginspraktijken - Belgisch en Europees mededingingsrecht - Dominante positie - Hoger beroep onontvankelijk verklaard door Gewestbestuur van biljartbond - Vordering gegrond
De KBBB is een onderneming met een machtspositie, en de nationale en Europese regels inzake mededinging zijn derhalve van toepassing op de KBBB. Wat de regelgevingsaspecten van sport betreft, kan alleen geval per geval worden beoordeeld of een bepaalde sportregel verenigbaar is met het EU-mededingsrecht. Het arbitraal college stelt vast dat de KBBB geen objectieve gronden aantoont die kunnen rechtvaardigen dat in hun sportreglement is opgenomen dat in de klassieke disciplines, vijf kegels en artistiek, het speelvlak en de banden dienen bekleed te zijn met lakens bestaande uit minimaal 75% wol om de precisie, effecten, terugstuit en snelheid te garanderen.
De omstandigheid dat er een sponsoring overeenkomst bestaat of bestaan heeft tussen de KBBB en een bepaalde producent van biljartlakens toont op zich niet aan dat er sprake is van verboden kartelsfspraken.
205 - FUTSAL - Misplaatste uitlatingen of herhaaldelijke kritiek t.a.v. een scheidsrechter - Gele kaart en rode kaart - Geen oproeping voor fysieke agressie aan scheidsrechter - Schorsing door Provinciaal Comité Limburg - Hoger beroep laattijdig ingesteld - Evocatieverzoek tegen beslissing PC Limburg - Evocatieverzoek onontvankelijk verklaard door evocatiecommissie - Beroep tegen beslissing evocatiecommissie - Vordering ongegrond
Het arbitragecollege stelt vast dat de speler oorspronkelijk louter was opgeroepen door het Provinciaal Comité Limburg voor feiten die verband houden met misplaatste uitlatingen of herhaaldelijke kritiek t.a.v. een (assistent-)scheidsrechter, en dat hij zich tijdens de zitting heeft verdedigd ten aanzien van fysiek geweld ten opzichte van de scheidsrechter. Het arbitragecollege oordeelt dat de speler aldus ten onrechte voorhoudt dat hij niet wist staande de zitting dat dit onderdeel aanvullend aan hem ten laste gelegd werd.
Het arbitragecollge volgt de evocatiecommissie in haar oordeel dat het evocatieverzoek vroegtijdig werd ingesteld omdat evocatie een buitengewoon rechtsmiddel is dat de intrekking van een in kracht van gewijsde gegane beslissing beoogt en omdat er tegen de beslissing van het Provinciaal Comité Limburg hoger beroep werd ingesteld en omdat de belissing van het PC Limburg nog niet definitief was op het ogenblik dat de evocatie werd ingesteld.
209 - VOETBAL
Licentie profvoetbal – De verzoeker vraagt het BAS voor een tweede keer de toekenning van de licentie aan – De omstandigheid dat de licentie in een eerste zaak via een hervorming van de beslissing van de Licentiecommissie werd aangevraagd en in een tweede zaak onder de vorm van een herstelling in natura van een fout van de KBVB, heeft geen invloed op de aard van de vordering – Het advies van de Mededingingsraad vormt geen nieuw feit – Op grond van artikel 23 van het Gerechtelijk Wetboek en van het beginsel van het gezag van gewijsde stelt het arbitragecollege dat de vordering onontvankelijk is –
Een onrechtmatig handelen door de Club wordt door de KBVB ingeroepen, doordat de club "procedurele hardnekkigheid" zou hebben getoond die de normale uitoefening van de verdedigingsrechten overschrijdt – Het
instellen van verschillende procedures vormt op zich geen fout – Reconventionele vordering tot schadevergoeding ongegrond verklaard.
208 - VOLLEYBAL - Liga A-licentie - Licentie verleend voor het seizoen 2018-2019 - Licentie geweigerd voor het seizoen 2020-2021 - Onbetaald gebleven boetes - Geloof dat de schuld was kwijtgescholden - Klacht - Verwerping van het beroep
De club was verplicht om de licentiecommissie volledig te informeren over haar situatie met betrekking tot de ontvangen boetes en om de vereiste uitleg te geven. De club heeft geen documenten ingediend die het arbitragecollege in staat zouden hebben gesteld te betwisten dat de club haar situatie met betrekking tot de boetes had gemeld, zoals zij verplicht was te doen. De toekenning van de licentie voor 2018-2019 is dus kunnen gebeuren zonder dat de licentiecommissie op de hoogte was over de openstaande schuld. In deze omstandigheden is het arbitragecollege van mening dat er sprake was van een onbetaalde schuld van de club aan de Liga en dat deze schuld niet is verdwenen. De club toont niet aan dat zij een schuldvordering had tegen de Liga. Het scheidsgerecht vindt dat er dan ook geen reden voor compensatie is.
163 - VOETBAL - Bengaals vuur geworpen door supporters, waardoor er schade kwam aan de kunstgrasmat – Beroep aangetekend bij het BAS – De club heeft wel een belang bij het vorderen van een schadevergoeding en de vordering is ontvankelijk al is de club niet zelf eigenaar van de infrastructuur – Herstelling zonder organisatie van tegensprekelijke vaststellingen of expertise omtrent de hoegrootheid van de schade – Geen aanstelling van een deskundige bevolen door het arbitragecollege aangezien een deskundige geen nuttige vaststellingen meer zou kunnen doen – Het arbitragecollege begroot de geleden schade ex aequo et bono op een bedrag van 40.000€ - Kosten van de arbitrageprocedure ten laste van beide partijen gelegd
171 – VOETBAL – Reglementaire bepalingen van de UEFA met betrekking tot de verplichting voor de clubs om lokaal opgeleide spelers te hebben – De vordering die ertoe strekt deze bepalingen nietig te verklaring is onontvankelijk aangezien de UEFA geen partij in het geding is en het bestaan van een collusie tussen de UEFA en de KBVB niet is aangetoond. – De regels van de KBVB met betrekking tot lokaal opgeleide spelers zijn van toepassing op alle spelers en houden geen enkele discriminatie in op grond van nationaliteit of vestigingsplaats – Deze regels zijn niet onevenredig ten aanzien van de nagestreefde doelstelling, namelijk de noodzaak aan opleiding van jonge sporters en de noodzaak om eerlijkheid en openheid in de sportcompetities te waarborgen. – Deze regels schenden noch artikel 23 van de Belgische Grondwet (recht op arbeid en op de vrije keuze van beroepsarbeid), noch artikel 14 van het EVRM (genot van de rechten en vrijheden zonder enig onderscheid op welke grond ook)
169 – VOETBAL – Gebruik van pyrotechnische middelen en gezangen “alle boeren zijn homo” en “Sammy janet” – Geen sanctie opgelegd door de Geschillencommissie Hoger Beroep voor het Profvoetbal – Beroep aangetekend door het Bondsparket – Het recht op vrije meningsuiting is niet absoluut – Spreekkoren beoordeeld als kwetsend en beledigend – Het arbitragecollege houdt rekening met het gegeven dat de club reeds twee maal werd veroordeeld voor gelijkaardige spreekkoren – Geldboete van 1.500€
202 & 203 & 204 - VOETBAL (gedeeltelijke arbitrale uitspraak)
Verhaal tegen de beslissing van de algemene vergadering van de Pro League en tegen de bondsreglementswijzigingen in verband met de stopzetting van de competitie -
Op grond van artikel 22 van het arbitragereglement van het BAS moet een derde, om in de procedure te kunnen tussenkomen, door een eerdere gesloten overeenkomst aan een arbitragebeding gebonden zijn -
Oproeping voor de algemene vergadering niet regelmatig : middel niet aanvaard omdat bezwaarlijk kan worden voorgehouden dat de eisers door de agenda werden misleid -
De beslissing om de club te doen degraderen is kennelijk onredelijk en moet worden vernietigd aangezien het niet uitgesloten was dat de club zich nog zou kunnen redden - Geen redelijke verantwoording gegeven voor de verschillende oplossingen voor 1A (stopzetting van de competitie) en 1B (beslissing dat de terugwedstrijd voor de promotie diende gespeeld te worden) – Het behoort niet tot de bevoegdheid vanhet arbitragecollege om de club terug te plaatsen naar afdeling 1A -
Als de terugwedstrijd voor de promotie naar 1A niet zou kunnen plaatsvinden biedt de promotie van Westerlo een niet onredelijke oplossing die de voorrang geeft aan promotie op basis van sportieve resultaten voor een situatie die niet voorzien is door de reglementen -
Heropening van de debatten met betrekking tot het ingeroepen middel van de schending van de mededingingsregels.
173 - VOETBAL - Spreekkoren "alle boeren zijn homo’s" - Tuchtprocedure aanhangig gemaakt door het bondsparket - Geen sanctie opgelegd door de Geschillencommissie Hoger Beroep voor het Profvoetbal - Voor het arbitragecollege wisten de supporters of behoorden ze te weten dat het spreekkoor kwetsend en discriminerend was - Het arbitragecollege houdt wel rekening met de initiatieven die de club neemt om discriminatie en racisme uit het stadion te weren - Geldboete van 1.000€ met uitstel.
200 - VOETBAL - Licentie amateurclub in de hogere regionale afdelingen (D2-D3) - De club voldoet niet aan de voorwaarden in verband met de attesten van de RSZ en de FOD Financiën op het ogenblik dat het Beroepscomité zich buigt over het dossier – Een voorziening in evocatie is mogelijk op grond van een nieuw feit - Het feit dat er gesprekken lopen met een kandidaat-overnemer is geen nieuw feit dat zou rechtvaardigen de zaak terug te sturen naar de instantie die de beslissing heeft genomen - Vordering gedeeltelijk gegrond en kosten gelijkelijk gedeeld gelet op de foutieve motivering van de Evocatiecommissie
174 - VOETBAL - Spreekkoren "alle boeren zijn homo" - Tuchtprocedure aanhangig gemaakt door het bondsparket - Geen sanctie opgelegd door de Geschillencommissie Hoger Beroep voor het Profvoetbal - Voor het arbitragecollege wisten de supporters of behoorden ze te weten dat het spreekkoor kwetsend en discriminerend was - Het arbitragecollege houdt wel rekening met de initiatieven die de club neemt om discriminatie en racisme uit het stadion te weren - Geldboete van 1.000€ met uitstel.
180 – FUTSAL – COVID-19 Pandemie – Stopzetting competitie – Crisiscel – Interpretatieve beslissing gevraagd aan Hoge Raad – Vastlegging eindrangschikking en aanduiding stijgers en dalers – Marginale toetsingsbevoegdheid BAS – Aangevochten beslissing niet kennelijk onredelijk of onrechtmatig – Vordering ongegrond
Het BAS heeft slechts een marginale toetsingsbevoegdheid, met andere woorden het BAS kan slechts oordelen of de beleidsbeslissing die door de bevoegde instantie(s) binnen de KBVB werd genomen al dan niet kennelijk onredelijk is, en met andere woorden of een bevoegde instantie, in dezelfde omstandigheden geplaatst, in alle redelijkheid tot het genomen besluit had kunnen komen.
De beslissingen van de Hoge Raad en van de crisiscel tot stopzetting van alle kampioenschappen voor het seizoen 2019-2020, die inhielden dat er geen eindrondes, play-offs of testwedstrijden zouden worden gespeeld om de eindrangschikking te bepalen, dan wel om stijgers en dalers aan te duiden, en die gevalideerd werden in de raad van bestuur van Voetbal Vlaanderen en in de raad van bestuur van de KBVB, zijn op zich niet onredelijk of onrechtmatig, temeer daar er in de beslissingen wordt toegevoegd dat er geen ploegen in overtal worden toegevoegd. Indien zou worden beslist om de verzoekers te laten stijgen op basis van de aangehaalde algemene regels van het Bondsreglement, dan zouden er in de Elite-reeks twee ploegen op overtal zijn, hetgeen men in de beslissingen net wenste te vermijden.
199 – VOETBAL – COVID-19 Pandemie – Stopzetting competitie – Crisiscel – Interpretatieve beslissing gevraagd aan Hoge Raad – Vastlegging eindrangschikking en aanduiding stijgers en dalers – Andere ploeg dan verzoeker aangeduid als stijger – Artikel B 1723 Reglement KBVB – Vordering verjaard wegens laattijdig ingediend
Overeenkomstig artikel 20 van het BAS Arbitragereglement is de termijn zoals omschreven in het reglement van de sportbond bepalend of een beroep tegen een beslissing van een sportbond tijdig is ingediend. Artikel B 1723 van het Reglement van de KBVB bepaalt een termijn van 7 dagen na de publicatie om verhaal bij het BAS in te stellen. Deze termijn geldt zowel voor de specifieke verhalen bepaald onder B 1723.1 als voor andere verhalen zoals bepaald onder B 1723.2.
181 – FUTSAL – COVID-19 Pandemie – Stopzetting competitie – Crisiscel – Interpretatieve beslissing gevraagd aan Hoge Raad – Geen eindrondes, play-offs of testwedstrijden om eindrangschikking te bepalen – Marginale toetsingsbevoegdheid BAS – Aangevochten beslissing niet kennelijk onredelijk of onrechtmatig – Vordering ongegrond
Het BAS heeft slechts een marginale toetsingsbevoegdheid, met andere woorden het BAS kan slechts oordelen of de beleidsbeslissing die door de bevoegde instantie(s) binnen de KBVB werd genomen al dan niet kennelijk onredelijk is, en met andere woorden of een bevoegde instantie, in dezelfde omstandigheden geplaatst, in alle redelijkheid tot het genomen besluit had kunnen komen.
Het arbitragecollege is van oordeel dat bepaalde verkozen/aangeduide leden voor de crisiscel en de Hoge Raad in voorliggende situatie minstens op het moment dat het voorwerp/de inhoud van de vergadering, waarop de
beslissingen moesten worden genomen, ondanks de integriteit die voor hen wordt vermoed/aangenomen, hadden moeten beseffen dat er een schijn van partijdigheid in hun hoofde kon bestaan, zodat ze zich hadden dienen te onthouden van de beraadslaging en de beslissingen over het voorgelegde probleem. Indien deze beslissingen nadien niet door de respectieve raden van bestuur moesten worden gevalideerd, dan waren het volwaardige beslissingen geweest, maar dit was klaarblijkelijk niet het geval. Dit betekent met andere woorden dat de nietigheid die zou kunnen worden uitgesproken in verband met de beslissingen van de crisiscel en van de Hoge Raad gedekt werd door de latere beslissing van de raad van bestuur van de KBVB, waarbij dient opgemerkt dat de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van deze raden
van bestuur niet in twijfel wordt getrokken.
De beslissing om de eindronde te annuleren, waaraan de acht hoogst gerangschikte ploegen zouden deelnemen, en om het eindklassement te bepalen en de kampioen aan te duiden, is niet kennelijk onredelijk.
182 – VOETBAL – COVID-19 Pandemie – Stopzetting competitie – Crisiscel – Interpretatieve beslissing gevraagd aan Hoge Raad – Vastlegging eindrangschikking zonder eindrondes, play-offs of testwedstrijden of aanduiding stijgers en dalers – Marginale toetsingsbevoegdheid BAS – Vrijwillige tussenkomst in Franse taal niet ontvankelijk – Overmacht – Aangevochten beslissing niet kennelijk onredelijk of onrechtmatig – Vordering ongegrond
De beslissingen van de Hoge Raad en van de crisiscel tot stopzetting van alle kampioenschappen voor het seizoen 2019-2020, die inhielden dat er geen eindrondes, play-offs of testwedstrijden zouden worden gespeeld om de eindrangschikking te bepalen, dan wel om stijgers en dalers aan te duiden, en die gevalideerd werden in de raad van bestuur van Voetbal Vlaanderen en in de raad van bestuur van de KBVB, werden genomen door een bevoegde instantie.
Het BAS heeft in voorliggende situatie slechts een marginale toetsingsbevoegdheid, met andere woorden kan het BAS slechts oordelen of de beleidsbeslissing (het gaat niet om een beslissing van een rechterlijk orgaan) die door de bevoegde instantie(s) binnen de KBVB werd(en) genomen al dan niet kennelijk onredelijk is, en met andere woorden of een bevoegde instantie, in dezelfde omstandigheden geplaatst, in alle redelijkheid tot het genomen besluit had kunnen komen.
Ingevolge de genomen beslissingen werden alle betrokken voetbalclubs, die zich in dezelfde of een gelijkwaardige situatie bevonden/bevinden, op gelijke wijze, en zonder onderscheid, behandeld. Het arbitragecollege is van oordeel dat, in overeenstemming met het legaliteitsbeginsel, de oplossing die werd gegeven in de bestreden beslissingen aansluit bij het competitieformat zoals dat binnen de KBVB wordt gehanteerd. Het arbitragecollege stelt ook vast dat de gegeven oplossing in de bestreden beslissingen aansluit bij de sportieve prestaties op het moment van het noodgedwongen stopzetten van de competities, waarbij terecht een correctie werd doorgevoerd voor de clubs die minder wedstrijden hadden gespeeld op dat moment, zodat van een gecorrigeerde, zo correct mogelijke, klassering werd uitgegaan.
185 - VOETBAL - Een beroep ingesteld voor het BAS heeft een devolutieve werking waardoor de zaak ab initio kan worden beoordeeld, d.i. vanaf het begin en met volheid van rechtsmacht - De scheidsrechter die met zijn rug naar de bal staat, een muur aan het zetten is en een lijn trekt met zijn vanishing spray wilt duidelijk dat de vrije trap pas na zijn signaal wordt genomen, zelfs indien hij aan de spelers niet verbaal heeft laten weten dat zij op zijn fluitsignaal moesten wachten - Door de actie te laten doorgaan en de goal goed te keuren heeft de scheidsrechter geen inschattingsfout gemaakt maar wel een vergissing in de toepassing van de spelregels.
183 - VOETBAL - Licentie profvoetbal - De publicatie van het Licentiedepartement van 14 oktober 2019 heeft dezelfde waarde niet als het bondsreglement maar is bedoeld om het reglement te interpreteren en te verduidelijken - Het controlesysteem van de huidige en toekomstige financiële toestand van de clubs is noodzakelijk en rechtmatig en de eis van continuïteit vormt geen misbruik van een machtspositie - Er moest aan de algemene voorwaarden en aan de voorwaarden van continuïteit worden voldaan vóór de uitbraak van de COVIC-19-crisis, en een club mag de crisis niet als voorwendsel gebruiken om zich aan zijn verplichtingen te onttrekken -Sponsor- en/of reclameovereenkomsten komende van een verbonden juridische entiteit kunnen alleen in aanmerking worden genomen indien zij werden betaald op de rekening van de club - De beslissing van weigering van de licentie wordt bevestigd
192 - VOETBAL - Licentie profvoetbal 1A en 1B - De club bewijst niet afdoende dat de continuïteit van de club tot en met 30 juni 2021 is verzekerd - Geen licentie van het profvoetbal kan worden toegekend - De club voldoet echter aan alle voorwaarden voor het bekomen van de licentie van nationale amateurclub
178 - VOETBAL - Buiten elke procedure met betrekking tot de toekenning van een licentie heeft een club er belang bij dat de toepasselijke regels in overeenstemming zijn met de mededingingsregels - Het staat niet vast dat het continuïteitsbeginsel ingesteld door het Bondsreglement en de verhalen voor het BAS een inbreuk vormen op de mededingingsregels - Deze regels lijken adequaat en evenredig te zijn ten aanzien van het nagestreefde doel, namelijk de financiële soliditeit van de clubs die deelnemen aan de competitie - Verklaringen en interviews kunnen niet worden beschouwd als buitengerechtelijke bekentenissen - Al heeft de Licentiecommissie van de KBVB geen rechtspersoonlijkheid is deze commissie, gelet op haar taken en samenstelling, bedoeld om echt onafhankelijk te zijn, en haar beslissingen zijn geen beslissingen van de KBVB maar deze van een afzonderlijk orgaan die vatbaar zijn voor een beroep voor het BAS.
187 - VOETBAL (arbitrale einduitspraak - Continuïteit: bewijzen van een kapitaalverhoging geleverd door de club (notariële akte + bancair attest) - Geen belangenconflict met een andere club van het profvoetbal - Europese licentie en licentie profvoetbal 1A en 1B toegekend
190 - VOETBAL - Indien een club de hoop blijft houden om toegang te krijgen tot D1A in de hypothese dat andere clubs hun licenties niet zouden krijgen is hij wel een “belanghebbende club” in de zin van artikel P421 van het Bondsreglement en heeft hij een procesbelang - De verplichting van de partijen om mee te werken aan de bewijsvoering kan alleen betrekking hebben op precieze en relevante feiten, waarvan de kennis nuttig is voor de oplossing van het geschil - Verklaringen en interviews opgenomen in persartikels vormen geen buitengerechtelijke bekentenissen - De schuldeiser van een club is door dat enkele feit niet een verbonden juridische entiteit van de club die in de zin van artikel P.407.25°.3 van het bondsreglement een beduidende invloed uitoefent - De Licentiecommissie van de KBVB is, gelet op haar taken en samenstelling, bedoeld om echt onafhankelijk te zijn, en haar beslissingen zijn geen beslissingen van de KBVB.
189 - VOETBAL - Licentie profvoetbal 1A en 1B niet toegekend door de Licentiecommissie (ontbrekende bewijsstukken, diverse schulden, verbonden juridische entiteit met een activiteit van spelersmakelaar, probleem met betrekking tot de financiële continuïteit van de club) - Ontbrekende stukken overgemaakt en rechtzettingen verricht in de loop van de procedure - Licentie profvoetbal toegekend
195 - VOETBAL - Licentie nationale amateurclub - Het arbitraal college stelt vast dat de club niet in gebreke is met betalingen van bijdragen aan de RSZ en bedrijfsvoorheffingen - Licentie nationale amateurclub toegekend
193 - VOETBAL - Licentie van nationale amateurclub niet toegekend wegens het ontbreken van een controleverslag opgesteld door een commissaris die is benoemd door de Algemene Vergadering - Fundamenteel verschil tussen een vereenvoudigd verslag en een volledig verslag - Het arbitraal college kan ten gunste van een club niet afwijken van een reglementaire bepaling die aan alle andere clubs wordt opgelegd - De club toont niet aan hoe de sanitaire toestand en de daarmee gepaarde insluiting het opstellen van een verslag dat vóór de periode van insluiting had moeten worden opgesteld, onmogelijk zouden hebben gemaakt - Overmacht veronderstelt een plotseling, niet te voorzien element dat in casu niet bestaat
184 - VOETBAL - Licentie van nationale amateurclub - Dossier aangevuld in de loop van de procedure - Aanvullend verslag van de licentiemanager waarin wordt geoordeeld dat de continuïteit van de club verzekerd is - De licentie wordt toegekend maar de club wordt veroordeeld tot de kosten
187 - VOETBAL (arbitrale tussenuitspraak) - Europese licentie en licentie profvoetbal 1A en 1B niet toegekend door de Licentiecommissie - Continuïteit niet bewezen door een effectieve kapitaalverhoging op de dag van de zitting - Beslissing om de debatten te heropenen om de club toe te laten de bewijzen van de kapitaalverhoging voor te brengen
168 - VOETBAL - Verhaal van het Bondsparket tegen de beslissing van de Geschillencommissie Hoger Beroep voor het Profvoetbal waarbij geen sanctie werd opgelegd aan de club naar aanleiding van spreekkoren « les Wallons c’est du caca » - Het arbitraal college houdt rekening met de eerder provocerende beledigende spreekkoren van de supporters van de tegenstander en van het voorbeeldige gedrag van de supporters tijdens de match - Geldboete van 1.000€ met uitstel
197 - VOETBAL - Verhaal tegen een beslissing van de Licentiecommissie - Aangezien de club in gebreke gebleven is om de brutolonen correct aan te geven aan het sociaal secretariaat voldeed de club niet aan de algemene voorwaarden van artikel V468 van het Bondsreglement - Rechtzettingen verricht in de loop van de procedure - Licentie van nationale amateurclub toegekend
194 - VOETBAL - Onvolledig dossier voor de Licentiecommissie - Ontbrekende bewijsstukken overgemaakt in de loop van de procedure - Licentie profvoetbal 1B toegekend
172 - VOETBAL - Financial fair-play – Beslissing van de Licentiecommissie waarin een sanctie van 67.500€ aan de club werd opgelegd wegens het laattijdig indienen van het controleverslag van de door de algemene vergadering benoemde commissaris - Geen schending van de waarborgen van artikel 6 EVRM - Geen machtsmisbruik aangezien de sanctie een legitiem doel dient en objectief is verantwoord - Geen overmacht - De sanctie heeft een disproportioneel karakter, bijzonder rekening houdend met de coronacrisis - Sanctie gereduceerd naar 30.000€ - Eiseres veroordeeld tot de kosten
175 - VOETBAL - Financial fair-play - Verhaal ingesteld tegen een beslissing van de Licentiecommissie waarin een sanctie van 62.500€ werd opgelegd wegens het laattijdig indienen van het controleverslag van de door de algemene vergadering benoemde commissaris – De datum waarop de betekening van de beslissing gebeurt, is niet de datum waarop de aangetekende brief bij de post werd aangeboden maar de principiële datum zoals voorzien in artikel 53 bis Ger. W. - Geen vreemde oorzaak, overmacht of imprevisie, noch verzachtende omstandigheden - De sanctie dient een legitiem doel en is objectief verantwoord - De sanctie heeft evenwel een disproportioneel karakter. De totale omvang van de sanctie is van die aard dat zij de mogelijkheden tot aanwerving en het behoud van spelers zou kunnen beïnvloeden, bijzonder rekening houdend met de coronacrisis - Geen uistel van sanctie - Sanctie gereduceerd naar 30.000€ - Eiser veroordeeld tot de kosten
162 - VOETBAL - Hoger beroep tegen een beslissing van de Geschillencommissie Hoger Beroep voor het Profvoetbal waarbij de club werd veroordeeld tot een boete van 1.000€ naar aanleiding van het spreekkoor « les Wallons ne travaillent pas » - Het Arbitragecollege is van mening dat niet vast staat dat dit spreekkoor kwetsend of beledigend is voor een bepaalde bevolkingsgroep, dat uit de geviseerde bevolkingsgroep geen enkele reactie of klacht is gekomen, en dat de gezangen dienen te worden beschouwd als louter humoristisch zonder enig kwetsend karakter - Het is niet bewezen dat de supporters enige intentie hadden om te kwetsen of te beledigen - Het voordeel van de twijfel hoort ten goede te komen aan de club - Hoger beroep gegrond verklaard
165 - BILJART
167 - VOETBAL - Wedstrijd definitief stopgezet door de scheidsrechter ingevolge een stroompanne aan de verlichting (artikel B1518.4 van het bondsreglement) - Gebrek aan objectieve vaststelling van de lichtsterkte op het moment van de gedeeltelijke stroomonderbrekingen - Het scheidsrechtersverslag is onvoldoende gemotiveerd om een beoordelende instantie a posteriori in de mogelijkheid te stellen om de beslissing van de scheidsrechter om de wedstrijd te staken marginaal te toetsen - De in artikel B1518.4 van het bondsreglement omschreven oorzaken van overmacht zijn inzake toepasselijk - Beroep ontvankelijk en gegrond verklaard - Vernietiging van de beslissing van de Geschillencommissie Hoger Beroep voor het Profvoetbal. De gestaakte wedstrijd dient integraal te worden herspeeld.
159 - VOETBAL - Samenstelling van de provinciale reeksen – Het arbitragecollege mag niet in de plaats komen van de federale instanties voor de samenstelling van de reeksen of het vaststellen van criteria voor de reeksindeling – Het arbitragecollege moet nagaan of de beslissing voldoende is gemotiveerd en is gebaseerd op objectieve en voorzienbare criteria om een mogelijke indruk van willekeur te voorkomen – Het arbitragecollege oordeelt in casu dat de beslissingen niet adequaat gemotiveerd zijn en foutief zijn – De geleden schade bestaande uit het verlies van een reële kans op de realisatie van de verwachte winst en uit de gemaakte kosten wordt naar billijkheid begroot op het forfaitair bedrag van 1.000€.
154 - VOETBAL - Verkoop van een speler met contractueel voorziene verdeling van de meerwaarde in geval van doorverkoop van de speler - Bij de doorverkoop van de speler moet de makelaarsvergoeding worden afgetrokken van de transfersom - De doorverkopende club legt geen enkel stuk voor waaruit blijkt dat de tussenpersoon voor zijn rekening is opgetreden - Er is dan ook geen reden om de makelaarsloon in mindering te brengen van de gerealiseerde meerwaarde
160 - RUITERSPORT - Niet-selectie voor WK "eventing" Jonge Paarden 2019, categorie van 6-jarige paarden – Verzoeker derde op gepubliceerde lijst van nominatief geselecteerden – Paard van ruiter niet fit-to-compete bevonden bij veterinaire keuring – Dierenarts afgevaardigd door KBRSF – Gebrekkige organisatie van keuring – Verhaal tegen de niet-selectie – Ingewilligd
Het arbitragecollege is van oordeel dat, omdat er geen beroep mogelijk is tegen medische keuringen voor selecties voor "eventing", de - enige - keuring, die beslissend voor het wel of niet mogen deelnemen aan de wedstrijden, zo dient te worden georganiseerd dat de subjectiviteit, die inherent is aan de visuele keuring, zo weinig mogelijk tot discussie aanleiding geeft. Een extern orgaan moet de genomen beslissing nadien kunnen beoordelen binnen zekere grenzen. Bovendien is het aangewezen dat de bevindingen van de keurende dierenarts, als die gevraagd worden door de eigenaar van het paard, zo snel mogelijk aan deze worden meegedeeld, zodat die weet wat precies de redenen zijn geweest voor een afkeuring.
148 - VOETBAL - Supportersgezangen (“alle boeren zijn homo’s”, “hij is de hoer van FCB” en “enculé fils de pute”) tijdens een wedstrijd – Het gebruik van het woord “homo” in combinatie met de woorden “alle boeren” in de context van een voetbalwedstrijd kan niet als neutraal beschouwd worden, maar als stigmatiserend voor de holebi-gemeenschap en wordt derhalve bewust als scheldwoord gebruikt – Beroep van het Bondsparket ontvankelijk en gegrond verklaard, incidenteel beroep van de club ongegrond verklaard.
157 - VOETBAL - Verzoek tot wijziging van de samenstelling van een reeks - Beoordeling van het vaststellen en de toepassing van de gebruikte criteria – De deelname van een club aan de vergaderingen van de “Entente” is een objectief criterium dat noch onredelijk noch irrelevant is - De enkele arbiter mag, zonder zijn bevoegdheid te buiten te gaan, een – voor verzoekster - ongunstige situatie niet rechtzetten door een reglement dat voor iedereen geldt te overtreden - De beslissing van de enkele arbiter kan evenmin de belangen schaden van andere clubs die geen partijen bij de procedure zijn - Verhaal ongegrond verklaard
156 - VOETBAL - Samenstelling van de reeksen - De enkele arbiter mag niet in de plaats komen van het bevoegde orgaan bij het vaststellen van criteria voor de reeksindeling, behalve als deze criteria onredelijk of irrelevant lijken - Deze criteria dienen te worden vastgesteld in normen die toegankelijk zijn voor de clubs en duidelijk zijn geformuleerd, en naar behoren en zonder discriminatie te worden toegepast - De betrokken clubs zijn op de hoogte van de toegepaste regels, die noch onredelijk noch irrelevant zijn - De discriminatie waarover verzoekster zich beklaagt is niet vastgesteld – Vordering ongegrond verklaard.
135 - VOETBAL - Overeenkomst met een sportuitrustingsleverancier - Onbewezen bedrog, geweld of fout - Het leonisch karakter van de overeenkomst of de wanverhouding tussen de respectieve prestaties van partijen is geen nietigheidsgrond voor een overeenkomst - Schadevergoeding wegens schending van een exclusiviteitsclausule ex aequo et bono vastgesteld
147 - VOETBAL - “Anti-Joodse” spreekkoren (“al wie niet springt is een jood” en “alle joden zijn homo’s”) tijdens de wedstrijd RSC Anderlecht / Club Brugge
Het arbitragecollege is van oordeel dat een gewoon opzet steeds vereist is, maar dat de verwijzing naar “homo” als scheldwoord inderdaad wetens en willens werd gezongen, wetende (of behorende te weten) dat dit potentieel kwetsend kan overkomen – Het gebruikte woord “homo” in het spreekkoor “alle joden zijn homo” kan derhalve niet als neutraal worden beschouwd, doch wel als stigmatiserend voor de holebi-gemeenschap en kan derhalve als beledigend worden ervaren door deze gemeenschap – Beroep van het Bondsparket ontvankelijk en gegrond verklaard
146 - VOETBAL - Wedstrijd definitief gestaakt ten gevolge van incidenten - Beroep tegen de veroordeling tot het spelen van een wedstrijd met gesloten deuren - Supporters van de bezoekende club verantwoordelijk geacht voor het definitief staken van de wedstrijd - Toepassing van artikel P 1919 van het reglement van de KBVB dat voorziet in het spelen van een wedstrijd achter gesloten deuren - Gelet op het blanco strafregister van verzoekster en op het feit dat de bezoekende club het nodige heeft gedaan teneinde de risico’s zoveel als mogelijk te beperken, wordt het hoger beroep zoals ingesteld in subsidiaire orde gegrond verklaard en de sanctie van het spelen van een wedstrijd achter gesloten deuren op effectieve wijze, omgezet in het spelen van een wedstrijd achter gesloten deuren met uitstel
152 - VOETBAL (arbitrale einduitspraak)
Competitievervalsing - Vervalsing bewezen - Beslissing van de Geschillencommissie Hoger Beroep Professioneel Voetbal bevestigd behalve wat de veroordeling tot degradatie en het opleggen van een puntenhandicap betreft
152 - VOETBAL (gedeeltelijke arbitrale uitspraak)
In verband met daden van competitievervalsing moeten vorderingen / klachten, om de degradatie van een club te kunnen veroorzaken, worden ingediend vóór 15 juni van het betrokken seizoen - Het betrokken seizoen is het seizoen waarin de feiten zich hebben voorgedaan en niet het seizoen van ontdekking van de feiten
155 - VOETBAL - Wrakingsverzoek
Twee vennoten van het advocatenkantoor van de voorzitter van het arbitragecollege zijn leden van een Commissie van de KBVB - De twee vennoten waren niet betrokken in de behandeling van het dossier en zijn, net als de voorzitter van het arbitragecollege, gebonden door het beroepsgeheim en een deontologie - Geen reden om aan te nemen dat de voorzitter van het arbitragecollege blijk geeft van (een schijn van) partijdigheid of afhankelijkheid ten opzichte van de KBVB - Wrakingsverzoek ontvankelijk doch ongegrond
150 - VOETBAL - Toekenning van het ELITE label voor jeugdploegen - Organogram van de omkadering van de club: verwerping van de wijzigingen aangebracht na 23 april 2019 - Aan het begrip “eigen beheer” van een jeugdcentrum wordt niet voldaan indien de club geen onroerende voorheffing betaalt voor het centrum dat door de gemeente ter beschikking wordt gesteld - De club krijgt de vereiste 40 punten voor de toekenning van het ELITE label niet - Verhaal afgewezen
149 - VOETBAL – Licentie voor jeugdploegen “ELITE label” – Verplichting om voldoende te investeren in de infrastructuur: de Pro League oordeelt dat een erfpacht of een eigendomstitel vereist is (met betaling van de onroerende voorheffing) – Het arbitragecollege is van mening dat een voldoende investering op een duurzame wijze tevens kan worden aangetoond door een overeenkomst van terbeschikkingstelling waarbij de club zelf instaat voor de kleine reparaties en de kosten van onderhoud. Dit wordt niet uitdrukkelijk uitgesloten door het reglement van de Pro League. 3 extra punten voor het aanbieden van profcontracten aan spelers jonger dan 19 jaar - Beroep ontvankelijk en in bepaalde mate gegrond – Toekenning van het ELITE label - Daar de club stukken heeft bijgebracht na de beslissing van de Pro League worden de kosten van de arbitrage ten laste van de club gelegd.
151 - VOETBAL – Toekenning van het "ELITE label" voor jeugdploegen - De aanvragende club moet op duurzame wijze voldoende investeren in het beheer van een jeugdcentrum – Deze verplichting wordt nageleefd indien de club een langlopende huurovereenkomst heeft waarbij de club zelf instaat voor de kosten van beheer en onderhoud. Dit wordt niet uitdrukkelijk uitgesloten door het reglement van de Pro League - Daar de bestreden beslissing genomen werd vooraleer de club de stukken heeft bijgebracht die tot de navolgende beslissing van het arbitragecollege hebben geleid, worden de kosten van de arbitrage volledig ten laste van de club gelegd.
153 - VOETBAL - Wrakingsverzoek - De voorzitter van het arbitragecollege was in 2012 en 2013 lid van een Commissie van de KBVB – Het is derhalve niet aangewezen dat hij als arbiter zou fungeren in een geschil waarin de KBVB als partij optreedt, aangezien zijn gewezen lidmaatschap tot een partij naar de buitenwereld en naar de partijen toe een voldoende schijn van sympathie of anti-sympathie kan inhouden - Wrakingsverzoek ontvankelijk en gegrond
145 - VOETBAL - Weigering van de KBVB om een fusieaanvraag goed te keuren omwille van een contractueel dispuut tussen één de van de clubs die de fusie aanvraagt en een derde club die in de procedure tussenkomt - Verzoek tot bemiddeling gericht aan het BAS - Eiseressen voeren aan dat de aanvraag tot fusie voldoet aan alle vereisten van artikel B326 van het Bondsreglement - Het arbitraal college oordeelt dat de KBVB zijn beslissing in beraad kan houden aangezien een gegronde reden daarvoor bestaat, te weten de onzekerheid die voortvloeit uit de overeenkomst tussen één van de eiseressen en de vrijwillig tussenkomende partij.
139 & 140 - BILJART - Verplichting van de Nationale Sportcommissie om gereglementeerde lakens te gebruiken – Enkel lakens van een bepaald merk goedgekeurd van blauwe of groene kleur – Geen bewijs van goedkeuring van lakens meegedeeld door biljartbond – Matchen gespeeld op niet-goedgekeurde lakens ongeldig verklaard – Zonder objectieve verantwoording – Restrictieve mededinginspraktijken – Belgisch en Europees mededingingsrecht – Dominante positie – Hoger beroep door directiecomité van biljartbond ongegrond verklaard – Vordering gegrond
Een beslissing omtrent het materieel waarmee een sport wordt beoefend betreft een sportaangelegenheid. Verzoekers 2 tot 22 zijn geaffilieerd aan eerste verzoeker en in die hoedanigheid zijn zij tevens toegetreden leden van de Biljartbond en hebben zij kennelijk ook een dadelijk belang om de vordering in te stellen. Door een feitelijke vereniging als lid te aanvaarden en door aan dat lid sancties op te leggen, moet de biljartbond aanvaarden dat die feitelijke vereniging over dezelfde verweermiddelen kan beschikken als elk ander rechtssubject.
Misbruik van machtspositie kan zich voordoen wanneer de onderneming met een dominante positie op één bepaalde markt (hier de biljartfederatie op de markt van het organiseren van biljartwedstrijden) een beslising neemt waardoor de mededinging op een aanverwante markt (hier de markt van de verkoop van wedstrijdbiljartlakens) wordt verstoord. Het willekeurige karakter van de criteria die de biljartfederatie toepast omtrent de goedkeuring van lakens en de verregaande sancties die de federatie aan een niet-naleving wil koppelen, maakt dat daardoor de rechten van verzoekers worden geschonden.
143 - VOETBAL - Licentie – De bezwaren die eerst tijdens de zitting door de KBVB naar voren zijn gebracht zijn afgewezen – Verhaal gegrond en toekenning van de licentie – Het arbitragecollege stelt vast dat niet alle noodzakelijke stukken voor de toekenning van de licentie voorhanden waren bij de behandeling van het licentiedossier door de KBVB - Kosten ten laste van de club en van de vrijwillig tussenkomende partij
141 - VOETBAL - Nieuwe stukken ingediend buiten de termijn – Geen sanctie – Toekenning van de licentie maar kosten ten laste van de verzoekster en van de vrijwillig tussenkomende partij
Het arbitragecollege stelt vast dat de termijn van 12 uur voor de indiening van nieuwe stukken overeenkomstig artikel P421.23 van het Bondsreglement licht werd overschreden maar dat deze bepaling geen sanctie meer voorziet in haar laatste versie. Aangezien de partijen ter zitting hun standpunten over deze nieuwe stukken hebben uiteengezet is er geen grond om die stukken uit het debat te weren.
Het arbitragecollege oordeelt dat er geen elementen zijn die wijzen op een risico op discontinuïteit onder meer in het licht van de twee “comfort letters” die door verzoekster werden overgelegd. De licentie moet worden toegekend.
Aangezien verzoekster niet voldeed aan de voorwaarden om een licentie te bekomen op het ogenblik dat de bestreden beslissing werd genomen oordeelt het arbitragecollege dat de KBVB financieel niet mag worden benadeeld en vallen de kosten ten laste van verzoekster en van de vrijwillig tussenkomende partij.
144 - VOETBAL - Weigering van licentie - Niet voldaan aan voorwaarden van artikel 37 van de UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations - Verhaal afgewezen
Om te kunnen deelnemen aan competities van de UEFA dient de voetbalclub te voldoen aan het UEFA-reglement betreffende de toekenning van de licenties aan de clubs (UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations). Aangezien de assistent trainer niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door artikel 37 van dit reglement mag de club geen Europese licentie bekomen. Een andere assistent trainer opgeven na indiening van de licentieaanvraag, waarbij niet aangetoond wordt dat deze de functie van assistent trainer daadwerkelijk uitoefent of zal uitoefenen, is niet voldoende.
De rechten van verdediging werden niet geschonden aangezien de club de mogelijkheid heeft gehad en gebruikt om hun commentaar op de vaststellingen van het rapport van de Onderzoekscommissie te geven in het kader van het aangetekende beroep bij het BAS.
134 - VOETBAL - Transferovereenkomst – Speler overgenomen door verweerster van eiseres – Speler door verweerster ter beschikking gesteld van derde club – Voorwaardelijke bijkomende transfervergoeding indien verweerster promoveert naar hogere klasse en speler tijdens dat seizoen ononderbroken onder contract ligt bij verweerster – Vordering gegrond
De transferovereenkomst is duidelijk geformuleerd en kan op geen enkele andere wijze worden geïnterpreteerd dan dat de relevante datum waarop moet worden onderzocht of de speler nog ononderbroken in dienst was bij verweerster tevens de datum is waarop er tijdens het voetbalseizoen wordt gepromoveerd naar hogere klasse.
131 - PAARDENWEDRENNEN - Verkiezing van de effectieve leden voor de algemene vergadering van de Federatie voor de Galopdiscipline – Kiezerslijst gebruikt door de voorzitter van de Belgische Federatie voor Paardenwedrennen – Weigering voor de eiser om gebruik te maken van de kiezerslijst omwille van de bescherming van de privacy – Aanwezigheid van gerechtsdeurwaarders gemandateerd door de partijen tijdens de kiesverrichtingen – Begiselen van gelijkheid en niet-discriminatie van de kandidaten – Geen schending van deze beginselen
De heer Filip Caenepeel, die kandidaat was voor de verkiezing van de algemene vergadering van de Belgische Federatie voor Paardenwedrennen, heeft, als gevolg van zijn verkiezing, er een functioneel belang bij dat de algemene vergadering op regelmatige wijze wordt samengesteld, namelijk om te vermijden dat een niet-verkozen kandidaat achteraf de verkiezing zou kunnen betwisten en, als gevolg daarvan, eveneens de beslissingen genomen door de algemene vergadering waarvan hij deel uitmaakt.
Het arbitragecollege is van oordeel dat de heer Caenepeel geen enkel concreet en duidelijk bewijst levert van een onregelmatigheid in de verkiezingsprocedure. De zuiver vormelijke onregelmatigheid (niet-naleving van artikel 10 van het verkiezingsreglement) leidt niet automatisch tot de vernietiging van de verkiezing, vermits deze onregelmatigheid niet frauduleus is en, tot bewijs van het tegendeel, het verkiezingsresultaat niet beïnvloed heeft. Het valt zeker te betreuren dat de voorzitter van de federatie eventueel geprofiteerd heeft van zijn functie als voorzitter om de lijst van actieve leden van de vereniging te bekomen, en dat hij als voorzitter (en niet als kandidaat) een schrijven met verkiezingspropaganda heeft ondertekend en briefpapier met het briefhoofd van de federatie heeft gebruikt om dit schrijven drie weken voor de verkiezing te verzenden. Het is evenwel niet aangetoond dat de federatie hierover werd geïnformeerd en zich met deze bekritiseerbare gang van zaken heeft akkoord verklaard. Anderzijds kon de heer Caenepeel het register met de leden raadplegen op de zetel van de federatie. Het is in casu niet aangetoond dat dit schrijven van de voorzitter van de federatie het resultaat van de verkiezing heeft beïnvloed.
126 - VOETBAL - Spreekkoren van supporters tijdens voetbalmatch – "Al wie niet springt, dat is een Jood" – Racistische of beledigende manifestaties tegenover een bepaalde bevolkingsgroep – Geen bewijs van bijzondere wil om aan te zetten tot discriminatie, haat of geweld – Vrijspraak door Geschillencommissie Hoger Beroep voor Profvoetbal – Bondsparket in beroep – Beroep afgewezen als ongegrond
Artikel B307.2 van het Reglement van de KBVB bepaalt dat elke discriminatie van een land, een persoon of een groep personen op basis van ras, geslacht, taal, godsdienst, politiek of om elke andere reden is streng verboden, op straffe van schorsing of schrapping. Door in artikel B307.3 van het Bondsreglement wél te verwijzen naar de algemene rechtsbeginselen, de bepalingen van openbare orde en de nationale, regionale en communautaire wetgeving ter zake en in leden 1 en 2 niet, is deze regelgeving op zijn minst niet consistent en zelfs onduidelijk, welke tot voordeel van de VZW Beerschot-Wilrijk strekt. Daarom gaat het arbitragecollege er van uit dat een bijzonder opzet is vereist, wil er sprake zijn van discriminatie en/of beledigende uitlatingen op grond van ras, huidskleur, taal, godsdienst of afkomst. Een dergelijk voornemen is niet bewezen en kan in de gegeven omstandigheden niet worden afgeleid uit de tekst van het spreekkoor, nu niet wordt betwist dat de supporters van R. Antwerp FC zelf de aanduiding "Joden" al decennia als geuzennaam gebruiken. Dat het spreekkoor niet werd aangeheven in een wedstrijd tegen R. Antwerp FC zelf, is niet relevant nu beide concurrerende clubs in dezelfde nacompetitie waren betrokken.
128 - VOETBAL - Verzoek tot naamswijziging van club – Weigering – Naam van failliete club SK Lierse – Akkoord over nieuwe naam – Schikkingsuitspraak
Artikel B303 van het Reglement van de KBVB bepaalt dat indien een club haar benaming, om welke reden dan ook prijsgeeft, mag deze niet opnieuw aangenomen door haarzelf of door een andere club, dan na verloop van vijf jaar. De partijen hebben zich kunnen verzoenen en hebben een akkoord bereikt dat inhoudt dat de naam van de verzoekster met het stamnummer 3970 wordt gewijzigd van Koninklijke Football Club Oosterzonen Oosterwijk naar Lierse Kempenzonen.
127 - RUITERSPORT - Kosten gevraagd door de Federatie in het kader van de deelname aan het kampioenschap endurance voor junioren in Lissabon – Betwiste factuur – Engagement genomen door de Federatie om de kosten van verblijf en maaltijden van de ruiters te betalen – Onduidelijkheid in de uitleg en documenten bezorgd aan de deelnemers – Vordering gedeeltelijk gegrond
Het arbitragecollege vindt dat de kosten met betrekking tot de competitie in kwestie die de Koninklijke Belgische Ruitersportfederatie voor haar rekening dient te nemen deze zijn die de Federatie voor de competitie had aangegeven te zullen betalen, nl. de kosten van verblijf en van de maaltijden van de ruiters. Het college oordeelt dat de verblijfkosten en andere uitgaven van de begeleiders niet ten laste van de Federatie vallen.
Overigens vindt het college dat de Federatie, overeenkomstig artikel 1165 van het Burgerlijk Wetboek, geen relevant argument kan trekken uit het feit dat de eigenares van het paard geen vergoeding heeft gevraagd voor het ter beschikking stellen van haar paard, aangezien dit volgt uit een akkoord tussen de eigenaars van het paard en de eisers dat los staat van de zaak.
Tenslotte stelt het arbitragecollege vast dat de procedure had vermeden kunnen worden, indien de Federatie tenmiste meer duidelijkheid had gegeven en nauwkeuriger was geweest in de documenten en uitleg verstrekt aan de eisers, na, maar vooral vóór de competitie voor wat betreft de kosten die zij ten laste zou nemen.
129 & 130 - VOETBAL - Reekssamenstelling tweede en derde klasse amateurs – Consequenties van niet-verkrijging door SK Lierse van licentie voor eerste afdeling B – SK Lierse zakt naar tweede amateurklasse Voetbal Vlaanderen – Curator van SK Lierse laat pas in juni, en dus na de start van de eindrondes, weten dat het stamnummer wordt opgegeven – Twee deelnemers aan eindronde dalen van tweede klasse amateurs worden aangeduid waaruit eventueel geen, één of twee bijkomende dalers zullen voortkomen – Bijkomende daler uit eindronde dalen van tweede klasse amateurs wanneer in eindronde van eerste klasse amateur de deelnemer uit eerste klasse amateurs Voetbal Vlaanderen is, maar de winnaar van de eindronde een ACFF club is – Drie laatst gerangschikte clubs van iedere reeks in derde klasse amateurs Voetbal Vlaanderen dalen naar provinciale reeks – Verhaal afgewezen als ongegrond
Uit de samenlezing van diverse bepalingen van het reglement van de KBVB, blijkt dat het de bedoeling is dat nationale (eerste klasse amateurs) en regionale (tweede en derde klasse amateurs) klassen op elkaar worden afgestemd, vermits is voorzien dat in iedere klasse de competitie verloopt in één of meerdere reeksen van 16 clubs. Uit de bepalingen van het reglement valt af te leiden dat een overwinning in de eindronde op zich geen zekerheid verschaft van het behoud van zijn plaats in de betrokken klasse, doch integendeel dat het aantal dalers afhankelijk is van andere elementen, waarbij wordt verwezen naar het aantal dalers in hogere klasse en het evenwicht tussen Voetbal Vlaanderen en ACFF. De niet-toekenning van de licentie voor zowel profvoetbal 1B als voor eerste amateurklasse heeft als gevolg dat de degradatie van SK Lierse wegens het niet-bekomen van een licentie zich uitstreekt over twee afdelingen. Hoewel de degradatie effectief pas uitwerking zou hebben in het daaropvolgend seizoen, heeft zij toch rechtsreekse gevolgen voor het vervolg van de eindrondes stijgen en dalen in het lopende seizoen.
Uit artikel P421.22 kan worden afgeleid dat in eerste instantie rekening moet worden gehouden met de clubs die, na verhaal bij het BAS, definitief geen licentie bekomen, alvorens tot concrete invulling van de eindrondes te kunnen overgaan. Hieruit volgt dat eerst artikel B1532.12 moet worden toegepast en pas nadien de concrete invulling kan gegeven worden welke ploegen effectief de eindronde zullen spelen.
125 - BILJART - Uitsluiting als toegetreden lid – Gewest Limburg vraagt uitsluiting – Directiecomité steunt vraag tot uitsluiting – Vraag tot uitsluiting voorgelegd aan raad van bestuur met mogelijkheid tot verdediging – Niet-verschijning op zitting raad van bestuur – Beslissing van raad van bestuur tot uitsluiting – Verhaal tegen beslissing raad van bestuur – Betwisting bevoegdheid BAS – Arbitragecollege onbevoegd voor beslissingen genomen op grond van artikel 1.3.5 van intern reglement
Uit de structuur van artikel 8 van het intern reglement over de tuchtprocedure, waarin een procedure in drie stappen wordt geregeld, met een recht van beroep na een uitspraak in eerste aanleg en een mogelijk beroep bij het BAS indien geschillen niet intern kunnen opgelost worden – wat niet het geval is voor een beslissing tot uitsluiting van een toegetreden lid, beslissing waartegen geen beroep open staat – en uit het feit dat het statuut van toegetreden leden in een afzonderlijk artikel geregeld wordt (artikel 1.3) dient te worden afgeleid dat beslissingen tot uitsluiting van toegetreden leden op grond van artikel 1.3.5, zelfs in de veronderstelling dat deze beslissingen ook tuchtbeslissingen zijn, geen beslissingen zijn in de zin van artikel 8. Aangezien de KBBB uitdrukkelijk de bevoegdheid van het BAS betwist, kan het arbitragecollege niet anders beslissen dan zich onbevoegd te verklaren om kennis te nemen van het arbitrageverzoek.
120 - VOETBAL - Incidenten die geleid hebben tot onderbreken van een 15-tal minuten van wedstrijd - Supporters van bezoekende voetbalclub - Sanctie opgelegd door KBVB en betaald door club - Schadevergoeding opgelegd door Pro League - Geen dubbele bestraffing - Geen schending van gelijkheidsbeginsel - Geen schending van artikel 6 B.W. - Objectieve aansprakelijkheid van professionele voetbalclubs voor hun supporters - Vordering afgewezen
Het komt niet aan het arbitragecollege van het BAS toe de bevindingen van de scheidsrechter en de match delegate in twijfel te trekken, aangezien deze vaststellingen nooit bij de bevoegde bondsinstanties werden betwist en de club de door de KBVB opgelegde sanctie heeft aanvaard en betaald. De door de Pro League gevraagde vergoeding komt voort uit een door de leden van de Pro League afgesloten overeenkomst en heeft als bedoeling om de imagoschade te vergoeden die voortvloeit uit ernstige incidenten. De schadevergoeding kan dan ook niet worden beschouwd als een sanctie, zodat er geen sprake is van een dubbele bestraffing.
Er is geen sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel, omdat uit het bijgebracht overzicht blijkt dat ook in andere zaken een schadevergoeding werd vereffend wanneer ingevolge incidenten de scheidsrechter verplicht was de wedstrijd te onderbreken en/of stop te zetten.
Het principe van de objectieve aansprakelijkheid van professionele voetbalclubs voor hun supporters wordt aanvaard door de rechtspraak van het BAS, zodat er geen sprake is van schending van artikel 6 B.W.
82 - VOETBAL - Third Party Ownership - Boete opgelegd door FIFA aan voetbalclub Seraing met verbod om spelers gedurende vier seizoenen in te schrijven - Klachten ingediend bij de KBVB door concurrerende clubs tegen Seraing om een speler te hebben opgesteld die omwille van de sanctie niet speelgerechtigd was - Sanctie en boete opgelegd door Geschillencommissie van KBVB aan club Seraing - Vermindering van de periodes van verbod van transfers beslist door het TAS na een beroep van Seraing tegen de beslissing van de FIFA - Beslissing van Geschillencommissie van KBVB zonder voorwerp geworden na uitspraak van het TAS - Akkoord tussen de partijen om de procedurekosten bij het BAS ten laste van de KBVB te leggen
Het arbitragecollege stelt vast dat de KBVB van oordeel is dat de beslissing van de Geschillencommissie van de KBVB zonder voorwerp is geworden als gevolg van de beslissing van de TAS. De beslissing van de Geschillencommissie moet bijgevolg vernietigd worden, zowel voor wat betreft de forfaitscores toegekend aan Seraing en de punten toegekend aan haar tegenstrevers als voor wat betreft de boete opgelegd aan Seraing.
121 - VOETBAL - Weigering van licentie - Niet voldaan aan voorwaarden van artikelen P407 en P406.21 en V468 Reglement KBVB - Verhaal afgewezen - Kosten van tussenkomende derde vallen ten haren laste
Het arbitragecollege stelt vast dat de voetbalclub op geen enkel van de punten opgesomd in het schrijven van de licentiemanager van de KBVB een antwoord, laat staan een nuttig antwoord heeft gegeven, hetzij mondeling, hetzij door het voorleggen van bewijskrachtige stukken. Deze vaststellingen doen niets af aan het feit dat het arbitragecollege aanneemt dat de vertegenwoordigers van de voetbalclub zich tijdens de procedure voor het BAS tot het uiterste hebben ingespannen.
Een partij kan voor de eerste maal tussenkomen in hoger beroep als haar tussenkomst niet strekt tot het verkrijgen van een veroordeling, maar tot bevestiging van de beroepen beslissing en zij zich alleen aansluit bij de stelling van een andere partij. De kosten van dergelijke tussenkomst vallen steeds ten laste van deze vrijwillig tussenkomende partij.
122 - VOETBAL - Licentie - Nieuwe stukken ingediend door verzoekster - Geen beletsel meer om licentie toe te kennen - Kosten ten laste van verzoekster
De verzoekster heeft haar situatie tijdens de procedure in orde gebracht, maar zij voldeed niet aan de voorwaarden om een licentie te bekomen op het ogenblik dat de bestreden beslissing werd genomen, zodat de kosten van de arbitrageprocedure ten haren laste moeten gelegd worden.
De tussenkomende partij dient steeds de kosten voor haar rekening te dragen, omdat de kosten van een verzoek tot vrijwillige tussenkomst ten bewarende titel altijd ten laste vallen van de verzoekster die een tussenkomst vraagt en omdat deze partij geen veroordeling vraagt van een andere partij.
123 - VOETBAL - Licentievoorwaarde - Tweede klasse amateurs - Hoofdtrainer moet UEFA-A diploma hebben of ingeschreven zijn voor UEFA-A opleiding - Persoonsverwisseling in onderzoeksrapporten van KBVB - Licentie toegekend
Een voetbalclub in de tweede klasse amateurs is verplicht zich van de diensten te verzekeren van een hoofdtrainer met een UEFA-A diploma zoals vermeld in artikel V332.132 KBVB Reglement. Uit de behandeling van de zaak is met voldoende zekerheid gebleken dat er in de voorgelegde onderzoeksrapporten van de KBVB sprake is van een persoonsverwisseling en dat de hoofdtrainer van de club beschikt over het vereiste UEFA-A diploma.
119 - BASKETBAL- Laatste dagen van het kampioenschap - Officieel bericht van de raad van bestuur met mededeling van de einddatum waarop bijkomende speelsters kunnen toegevoegd worden aan lijst van speelsters - Transfer van Amerikaanse speelster - Bevestiging door de raad van bestuur - Klacht ingediend door concurrerende club enkele dagen later - Intrekking van beslissing om speelgerechtigheid toe te kennen aan Amerikaanse speelster - Opstelling van de speelster ondanks intrekking van haar speelgerechtigheid - Forfait score uitgesproken ten aanzien van de club van de Amerikaanse speelster - Klacht ingediend door de club - Vordering gedeeltelijk gegrond.
Het algemeen rechtsbeginsel van de goede trouw is in het sportrecht eveneens een essentieel beginsel tussen de federaties en de clubs. Wanneer de federatie ten aanzien van één van haar leden, d.w.z. één van haar clubs, een engagement neemt, ongeacht of dit engagement al dan niet legitiem is, moet de club in het licht van dit engagement in goede trouw kunnen handelen. Het is in strijd met het beginsel van de goede trouw in de relaties tussen de federaties en de clubs dat een federatie vervolgens dit engagement miskent omwille van reacties van andere clubs. De verweerster dient daarom de beslissingen van haar raad van bestuur te vernietigen en als gevolg daarvan de nodige aanpassingen te doen voor het verder verloop van het kampioenschap.
116 - BADMINTON -Algemene rangschikking van de competitie in tweede nationale afdeling – Twee clubs maken na einde van competitie kenbaar dat zij niet wensen deel te nemen aan competitie van volgend seizoen – Sanctie voor terugtrekking uit competitie – Bewering van onregelmatige toepassing van reglement C300 door federatie – Verhaal tegen beslissing van raad van bestuur zoals bevestigd door sport- en reglementencommissie van federatie – Eiseres wil stijgen van ligacompetitie naar tweede nationale afdeling – Afwijzing van vordering
Door toepassing van de artikelen 331.4 en 323.4.b van het reglement C300 van de FBB en de feitelijke antecendenten, dient te worden vastgesteld dat de ploegen van Dilbeek en Everbergse geacht worden op de laatste plaatsen te zijn geëindigd in het kampioenschap van de tweede nationale afdeling van het seizoen 2016-2017 en dat zij automatisch moeten dalen naar hun respectievelijke liga-afdeling, zodat er geen andere daler van deze tweede nationale afdeling is.
115 - BADMINTON - Notie an titularis - Mogelijkheid om tijdens hetzelfde seizoen te spelen in twee afdelingen - Geen sanctie ondanks klacht van eiseres - Afwijzing van de klacht - Verhaal bij Geschillencommissie van de LFBB - Afwijzing van het verhaal - Hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van het verhaal - Onmogelijkheid om Beroepscomité samen te brengen - Vordering ongegrond verklaard
Artikel 22.3 van het reglement van de LFBB moet geïnterpreteerd worden als een uitzondering op artikel 22.1 dat de notie van titularis bepaalt, en meer bepaald de regels vastlegt volgens welke een speler die reeds titularis is van een ploeg kan opgesteld worden in een ploeg in een hogere afdeling waarvan hij nog geen titularis is. Het gebruik van de toekomstige tijd in artikel 22.3 geeft aan dat de speler geen titularis wordt van de ploeg die hij versterkt heeft louter door aan 6 van de 14 interclubs ontmoetingen te hebben deelgenomen, maar dat hij dit slechts wordt wanneer hij deze limiet overschrijdt.
113 - VOETBAL - Reekssamenstelling derde klasse amateurs - Beslissingsbevoegdheid door KBVB gedelegeerd aan Voetbal Vlaanderen - Betwisting van bevoegdheid Voetbal Vlaanderen - Druk uitgeoefend op Competitions Manager van KBVB door ondervoorzitter van KBVB - Niet alle partijen voorafgaandelijk gehoord vóór beslissing - Verhaal afgewezen als ongegrond
Het Uitvoerend Comité heeft de zaak terecht geëvoceerd en verzonden, niet naar de Competitions Manager van de KBVB, die onder druk gezet was door de ondervoorzitter van de KBVB, maar wel naar de Raad an Bestuur van Voetbal Vlaanderen, die de eindverantwoordelijke is en voordien haar bevoegdheid op het punt van de samenstelling van de reeksen had gedelegeerd aan de Competitions Manager.
108 -VOETBAL - Verbreking door twee spelers van hun arbeidsovereenkomst - Dagvaarding in kortgeding opgestart door de spelers om aansluiting bij nieuwe club te bekomen - Aansluiting van twee spelers door KBVB bij nieuwe club - Vraag van eiseres tot opschorting van aansluiting van spelers bij nieuwe club - Verklaring van onbevoegdheid van Geschillencommissie Hoger Beroep voor Profvoetbal - Beroep tegen beslissing Geschillencommissie Hoger Beroep voor Profvoetbal - Afwijzing
Krachtens artikel 812 van het Gerechtelijk Wetboek, kan RWS niet voor het eerst in deze procedure van hoger beroep de veroordeling van de KBVB vragen. Niets belette de Geschillencommissie Hoger Beroep van het Profvoetbal om te oordelen over de voorgelegde vorderingen, zowel over de speelgerechtigheid van de spelers in kwestie als over de vordering tot schadeloosstelling ingediend door RWS, zonder zich te moeten uitspreken over de modaliteiten en de geldigheid van de verbreking van de arbeidsovereenkomst. RWS zou geenszins gedwongen uitvoering kunnen vragen van de overeenkomst die verbroken werd door de spelers en dit ongeacht het motief van deze verbreking. Het is niet aangetoond dat Lierse vrijwillig zou hebben meegewerkt aan de verbreking van de arbeidsovereenkomst door de spelers.
110 - VOETBAL - Wijziging benaming van club - Weigering door Uitvoerend Comité van KBVB - Verwarring - Verhaal tegen beslissing van Uitvoerend Comité - Voorgestelde nieuwe benaming van club voldoende onderscheidend
De door eiseres voorgestelde benamingen zijn geen benamingen als bedoeld in artikel 303.12 leden 2, 3 en 4 KBVB Reglement. In deze zaak is alleen de toetsing van de voorgestelde benaming aan het criterium van verwarringsgevaar aan de orde volgens artikel 303.12 lid 1 KBVB Reglement. In casu zijn de door de club voorgestelde benamingen "Yellow Blue Supporterskring Beveren, afgekort Yellow Blue SK Beveren, voldoende onderscheiden van de namen van andere voetbalverenigingen, waarin de bestanddelen "SK Beveren" voorkomen.
114 - RUITERSPORT - Niet-selectie voor WK dressuur voor jonge paarden - Selectie gebaseerd op reglement KBRSF en bepalingen/guidelines van FEI en World Breeding Championschip for Young Horses - Strengere voorwaarde gehanteerd door KBRSF - 75% voorwaarde van de FEI - Technische score en kwaliteitsscore - Verhaal tegen de niet-selectie - Afwijzing
De F.E.I. geeft de nationale federaties de vrijdheid om haar eigen beoordelingssysteem voor een selectie voor het wereldkampioenschap te hanteren, op voorwaarde dat dit minstens zo streng is als dit van de F.E.I.. Ook al heeft de KBRSF niet van meet af aan duidelijk bekendgemaakt dat, los van de rangschikking volgens de nationale normen, kandidaten die in aanmerking wensten te komen voor deelneming aan het WK, in ieder geval tenminste een score van 75% volgens de berekeningswijze van eht F.E.I. (nl. enkel de kwalitatieve beoordeling) dienden te behalen, heeft dit onzorgvuldigheid niet tot gevolg dat de door de KBRSF gehanteerde berekeningswijze manifest onredelijk en dus onrechtmatig is.
107 - BADMINTON - Speler van een club tijdens het zelfde seizoen eveneens aangesloten bij een club in het buitenland - Geen sanctie van de club ondanks klacht van eiseres - Vraag van 2 clubs om hun ploegen terug te trekken uit de competitie - Sanctie voor terugtrekking verschillend volgens datum van aanvraag tot terugtrekking - Onregelmatige toepassing van reglement door federatie - Vernietiging beslissing tot vaststelling van eindclassement
De beslissing waarmee de sportcommissie van de federatie heeft vastgesteld dat de eiseres diende te dalen naar een lagere afdeling is onregelmatig en moet vernietigd worden omdat het eindclassement er anders zou uitgezien hebben, indien de sportcommissie het reglement correct had toegepast.
106 - HANDBAL - Transfer van een speler - Licentie op te stellen door ontvangende club en niet door de federatie - Afwezigheid van nieuwe licentie - Aansluiting opnieuw bij oude club - Opstelling en speler door zijn oude club gedurende een te herspelen match - Niet-speelgerechtigd op datum waarop match had moeten gespeeld worden - Sanctie door forfaitscore - Verhaal tegen beslissing van Geschillencommissie - Afwijzing
Aangezien de reglement van de federatie niet duidelijk zijn voor wat betreft de gevolgen van het niet-respecteren van de voorgeschreven formaliteiten voor een transfer van een speler van een club naar een andere club, en aangezien de federatie een zekere tolerantiemarge aanvaardt bij de toepassing van deze reglementen (zonder evenwel de precise omvang ervan aan te geven), kon de club legitiem van mening zijn dat de transfer van de speler niet geldig was en dat de speler dus speelgerechtigd was voor de betreffende match. Dit misverstand zou in de toekomst vermeden kunnen worden, indien de verantwoordelijkheid voor het toekennen van de licentie na de transfert rechtstreeks zou komen te liggen bij de federatie zelf.
99 - ROEIEN - Overschrijding toegestaan maximaal gewicht voor deelname aan wedstrijd - Toelating op de dag wedstrijd tot deelname aan race van zwaardere gewichtklasse - Winnaar - Klacht tegen uitslag door andere club - Tuchtcomité diskwalificeert winnaar zonder deze gehoord te hebben - Artikel 6 EVRM - Beslissing Tuchtcomité vernietigd - Behoud van oorspronkelijke uitslag.
De nationale wedstrijdcodex en de uitvoeringsreglementen van de roeibond leggen geen verbod op aan de wedstrijdjury om een roeier, die zich tijdig heft ingeschreven voor een wedstrijd, maar wiens gewicht op de dag van de wedstrijd te hoog blijkt te zijn voor deelname aan de wedstrijd van deze gewichtsklasse, te laten deelnemen aan een wedstrijd van een zwaardere gewichtsklasse.
102 - VOETBAL - Licentie - Verzoek tot vrijwillige tussenkomst van derde voor betaling saldo van beweerde vordering - Geen tussenkomst zonder akkoord van partijen - Partijen niet akkoord - Foutieve vermelding van verzoeker - Geen nietigheid indien geen belangenschade - Openstaand saldo schuld geen beletsel om licentie toe te kennen.
Artkel 421 KBVB Reglement vermeldt limitatief welke partijen het recht hebben om verhaal aan te tekenen tegen eindbeslissingen van de licentiecommissie. De derde die niet onder deze limitatief opgegeven categorieën valt, kan enkel tussenkomen in de voorwaarden van artikel 22 BAS-Reglement en artikel 1709 Ger.W. en heeft bijgevolg de toestemming nodig van de andere partijen om vrijwillig te kunnen tussenkomen.
Het openstaande saldo van de vordering van de derde is geen beletsel om de licentie toe te kennen aan de club.
104 - VOETBAL - Licentie - Verhaal van een andere club tegen de toekenning van de licentie - Afwijzing van het verhaal
Het scheidsgerecht besluit, net zoals de Licentiecommissie reeds had gedaan, dat de club voldoet aan de voorwaarden om een licentie voor het volgend seizoen te bekomen. De verschillende argumente van de eiseres om zich te verzetten tegen de licentie worden verworpen.
101 - VOETBAL - Arbeidsovereenkomst van speler als betaalde sportbeoefenaar beîndigd in onderling overleg tijdens lopend seizoen - Heraansluiting van speler onder statuut van amateur buiten toegestande periode - Puntenverlies wegens opstelling van niet-speelgerechtigde voetbalspeler - Weigering van tussenkomst derden - Onvolledige samenstelling evocatiecommissie KBVB - Geen quorum voorgeschreven - Vernietiging beslissing beroepscomité KBVB.
Er is geen goede reden om de bepaling van artikel 528.2 KBVB Reglement toepasselijk te achten in het seizoen volgend op het seizoen waarin de overeenkomst met de speler in gemeen overleg werd beëindigd. Indien deze bepaling ook bij het volgende seizoen toepassing zou krijgen, zou er immers een niet te begrijpen verschil bestaan tussen de regeling voor de speler einde contract (die het volgende seizoen kan heraansluiten en speelgerechtigd is ongeacht het moment van heraansluiting, mits heraansluiting voor 15 maart), en de speler wiens contract in gemeen overleg is beëindigd (en van wie de speelgerechtigheid in het volgende seizoen zou afhangen van de vraag of hij zich tijdens de toegestane periodes heeft heraangesloten).
103 - VOETBAL - Licentie - Nieuwe stukken ingediend door verzoekster - Geen beletsel meer om licentie toe te kennen - Kosten ten laste van verzoekster
De verzoekster heeft haar situatie tijdens de procedure in orde gebracht, maar zij voldeed niet aan de voorwaarden om een licentie te bekomen op het ogenblik dat de bestreden beslissing werd genoemen, zodat de kosten van de arbitrageprocedure ten haren laste moeten gelegd worden.
95 - VOLLEY-BALL - Tuchtsanctie van speler omwille van incidenten tijdens match - Boete opgelegd aan club - Geldigheid van arbitrageverslag - Onontvankelijkheid van arbitrageverslag van match ingeval handtekening ontbreekt
Ingeval een arbitrageverslag van een match niet is ondertekend, is het onontvankelijk overeenkomstig artikel 3848 lid 2 van het huishoudelijk reglement. Indien een dergelijk verslag gediend heeft om de in het huishoudelijk reglement voorziene commissies te vatten, wordt de procedure ab initio als nietig beschouwd.
93 - VOETBAL - Incidenten die geleid hebben tot de definitieve stopzetting van de wedstrijd - Niet-toekenning van punten verbonden aan de wedstrijd tussen de twee clubs - Organiseren van wedstrijd met gesloten deuren - Verhaal tegen beslissing van Geschillencommissie hoger beroep KBVB
De arbitragebedingen ten gunste van het BAS in de reglementen van sportfederaties zijn geldig, aangezien het werd vastgesteld dat de procedureregels van het BAS de garanties van een behoorlijk proces niet miskennen.
Aangezien werd vastgesteld en overigens niet betwist werd dat de incidenten die tot de definitieve stopzetting van de wedstrijd hebben geleid te wijten zijn aan sommige supporters van de twee clubs, is het beginsel zelf van een objectieve en solidaire aansprakelijkheid van de twee clubs gerechtvaardigd.
92 - VOETBAL - Vergissing van scheidsrechter inzake speler die fout beging tijdens match - Vergissing gecorrigeerd op wedstrijdblad - Annulatie van rode kaart - Betwisting over aard van vergissing - Vergissing in feite en niet in rechte - Afwijzing van verhaal tegen beslissing van Bureau Arbitrage KBVB
De vergissing begaan door een scheidsrechter berust in dit geval op een feit (vergissing over de persoon) en niet in het recht (verkeerde toepassing of interpretatie van een regel). In toepassing van artikel 1439 van het Reglement van de KBVB, is er geen beroep mogelijk tegen beslissingen van de scheidsrechter over feiten in verband met het spel, zelfs wanneer de scheidsrechter deze fout erkent na de hervatting van het spel.
89 - VOETBAL - Artikel 6 EVRM - Non bis in idem - Licentievoorwaarde - Hoofdtrainer moet UEFA-PRO diploma hebben of UEFA-PRO cursus van KBVB volgen - Bewijs dat de aangestelde hoofdtrainer de functies niet effectief vervult - Afwijzing van het verhaal tegen de sanctie
Een voetbalclub voldoet niet aan de voorwaarden voor een licentie betaald voetbal 1A en 1B wanneer de hoofdtrainer met het vereiste UEFA-PRO diploma niet daadwerkelijk en effectief de taken van hoofdtrainer zoals vermeld in artikel 332.1.12 KBVB reglement uitvoert en wanneer de persoon die de trainingen daadwerkelijk en effectief uitvoert, niet het vereiste UEFA-PRO diploma heeft of niet de UEFA-PRO cursus volgt die wordt georganiseerd door de KBVB
88 - HOCKEY - Geen arbitrageovereenkomst ondertekend tussen partijen - Aanstelling van arbiter voor verweerster door Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel op eenzijdig verzoek van eisers - Procedure in derdenverzet tegen deze beslissing door verweerster KBHB - Bepalingen inzake arbitrage van BAS in statuten en in huishoudelijk reglement van KBHB - Overeenkomst tussen KBHB, LFH en VHL - Reglement van Internationale Hockey Federatie - Afwijzing van bevoegdheid van scheidsgerecht
Noch artikel 22 van de statuten van de KBHB, noch artikel 31 van het huishoudelijk reglement van de KBHB kunnen de KBHB dwingen om een arbitrage van het BAS te aanvaarden. Het exclusieve recht van de KBHB om al dan niet de arbitrage van het BAS te weigeren kan zonder twijfel bekritiseerd worden, maar dit volstaat niet om te stellen dat artikel 31 van het huishoudelijk reglement een discriminatie in de behandeling van haar leden instelt. De bevoegdheid van het BAS kan evenmin gerechtvaardigd worden op basis van het reglement van de International Hockey Federatie(FIH), omdat het niet het recht voorziet om tegen een tuchtmaatregel van een nationale sportfederatie hoger beroep in te stellen op internationaal vlak.
85 - DOPING - Judo - Positieve controle - Gesloten deuren
De sportvrouw bewijst niet dat er geen fout of nalatigheid was en ook niet dat er geen betekenisvolle fout of nalatigheid was. Het is niet bewezen en ook niet voldoende overtuigend dat de besmetting van een fles water het gevolg was van een slechte grap van collega's van haar moeder.
86 - RUGBY – Fout van de beheerder van het kampioenschap om een club met een forfaitscore te hebben gesanctionneerd – Onregelmatige beslissing die een andere club de mogelijkheid ontneemt een disciplinaire procedure op te starten tegen de club waartegen de onregelmatige beslissing was genomen – Aansprakelijkheid van de FBRB – Evaluering van verlies van kans – Onmogelijkheid om de schade te herstellen door behoud in 1e divisie – Forfaitaire vergoeding ex aequo et bono begroot
De schade geleden door de eiseres als gevolg van de fout van de aangestelde van verweerster kan niet hersteld worden door het behoud van de club in de eerste dvisie van het kampioenschap. Het scheidsgerecht begroot het verlies van een kans ex aequo et bono en houdt daarbij rekening met de criteria ingeroepen door eiseres (vermindering van sponsoringinkomsten, schade inzake de reputatie van de club, vertrek van sommige spelers naar andere clubs, moeilijkheden om nieuwe spelers te recruteren,..), maar eveneens met de onzekerheid van de kans dat de eiseres zou hebben kunnen bekomen dat de schade zich niet zou hebben gerealiseerd.
81 - DOPING - Volleybal - PV van niet-presentatie voor antidopingcontrole - Onvoldoende bewijs van vrijwillige onttrekking aan antidopingcontrole - Opheffing van de sanctie
Wanneer niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat de speler er van verwittigd werd dat hij zich aan een antidopingcontrole moest onderwerpen, is het niet voldoende in rechte bewezen dat de speler, zoals hem verweten wordt, zich vrijwillig aan de antidopingcontrole heeft onttrokken.
VOLLEYBAL - Speelsters in verschillende niveaus van competitie - Eerste ronde en tweede ronde - Tegenstrijdigheid tussen reglementen - Behoud van sanctie in eerste aanleg - Forfait
Wanneer de tekst van een reglement van een provinciale entiteit indruist tegen het reglement van een hogere entiteit en de hogere entiteit na daarvan kennis te hebben genomen er geen bezwaar heeft tegen geuit, wordt deze tekst onherroepelijk op provinciaal niveau en dienden bijgevolg de zogenaamde "gerechtelijke" commissies deze toe te passen.
VOETBAL - Interpretatieve beslissing van Uitvoerend Comité van KBVB - Interprovinciale eindronde - Bezwaar - Afwijzing
Artikel 1561.32 en 1157.322 van het KBVB Reglement dienen samen in die zin begrepen te worden dat indien de clubs die in de eindrangschikking van het kampioenschap van 1e provinciale Brabant als derde en vierde eindigen beide ACFF-clubs zijn, deze aan de interprovinciale eindronde met het oog op een stijging naar de 3e amateurafdeling kunnen deelnemen volgens hun rangorde. Dit betekent dat de club die als derde eindigde mag deelnemen aan het eerste gedeelte van de eindronde, terwijl de club die als vierde eindigde in aanmerking komt om deel te nemen aan het tweede gedeelte van de eindronde.
VOETBAL - Licentie - Betwiste toekenning - Belanghebbende derde club - Tussenpersonen/spelersmakelaars - Bestuurder van club op ogenblik van beslissing tot schrapping - Bevestiging van de licentie
De eisers zijn wel degelijk belanghebbende derde club volgens artikel 421.11 c) van het KBVB Reglement. De elementen van het dossier laten niet toe te besluiten dat rechtspersonen verbonden aan de club volgens artikel 407.25 van het KBVB Reglement tussenpersonen/spelersmakelaars in de zin van artikel 1.2 van Bijlage 11 van het Reglement zouden zijn. Artikel 407.21.6 van het KBVB Reglement is slechts van toepassing indien de betreffende persoon nog bestuurder was op het ogenblik van de beslissing tot schrapping van de club.
VOETBAL - Licentie - Continuïteit van club niet verzekerd - "Comfort letter" - Afwijzing
Het arbitragecollege merkt op dat er talrijke precieze, ernstige en samenvallende feiten zijn, die getuigen van een weinig strikt beheer van de club en van financiële moeilijkheden die fundamenteel twijfels doen rijzen over de bewering dat de continuïteit van de club kan verzekerd worden voor het volgende seizoen. Het arbitragecollege stelt vast dat de "comfort letter" van de sponsor en belangrijke financiële steun niet dwingend lijkt voor diegene die deze verleende, en dat deze wordt verleend door een vennootschap waarvan het arbitragecollege geenszins de solvabiliteit kan nagaan en, tenslotte, dat deze niet uitvoerbaar lijkt.
VOETBAL - Licentie - Weigering - Hoger beroep - Voorwaarde van gereviseerde jaarrekening niet vervuld - Afwijzing
Wanneer een niet-gereviseerde jaarreking en een vereenvoudigd verslag van een revisor wordt overgelegd, is de voorwaarde vereist door artikel 468.1.3° van het Reglement van de KBVB voor het bekomen van de licentie van nationale amateurclub niet vervuld.
DANSSPORT - Tuchtsanctie - Bericht op Facebook - Vrijheid van meningsuiting - Geen haatdragende of beledigende opmerkingen
De eisers kunnen niet alleen inroepen dat hen op onrechtmatige wijze kennisgeving werd gedaan van de beslissing waartegen zij in beroep gaan, maar eveneens dat deze beslissing onduidelijk was, waardoor zij in verwarring werden gebracht over de termijnen om daartegen in beroep te gaan. De kwestieuze opmerkingen van Y zijn niet haatdragend en niet beledigend en kunnen geen sanctie rechtvaardigen, zonder de vrijheid van meningsuiting ten gronde aan te tasten.
VOLLEYBAL - Tuchtsanctie van speler - Zwaardere sanctie in beroepsinstantie - Geen motief - Behoud van sanctie in eerste aanleg
Het arbitragecollege stelt vast dat de beroepscommissie in de motivering van haar beslissing geen enkele bijzondere omstandigheid heeft vermeld, waarmee volgens haar rekening diende gehouden te worden om de beslissing genomen in eerste aanleg te herzien, en het ziet dan ook niet de rechtvaardiging noch de opportuniteit van een nieuwe en strengere straf in de beroepsinstantie ten aanzien van de speler.
ZAALVOETBAL - Opstellen van een niet geldig aangesloten speler - Automatisch verlies van de match
Het opstellen van een niet geldig aangesloten speler heeft automatisch het verlies van de match tot gevolg, zonder dat het daarom noodzakelijk is dat nagegaan wordt of de club met frauduleus opzet handelde.
BOKSEN - Doping - Opzettelijke daad - Recidive
Het feit dat het gebruik van cocaïne niet gelinkt is aan een wedstrijd, laat niet toe te veronderstellen dat dit gebruik niet opzettelijk is.
Bij gebrek aan bewijs van de kennisgeving van een eerdere beslissing in verband met doping, is de recidive niet vastgesteld.
HOCKEY - Aansluiting - Kwalificatie en Niet-Toelating
Een speler die aan een officiële wedstrijd in het buitenland heeft deelgenomen, mag in hetzelfde seizoen niet meer deelnemen aan een officiële wedstrijd in België. Het gaat niet om een probleem van aansluiting, kwalificatie of niet-toelating, maar om een inbreuk op het administratief reglement van de Koninklijke Belgische Hockeybond.
Het betreft een onmiddellijk verbod dat noch de voortzetting van een disciplinaire procedure, noch een uitspraak van een beslissing vereist.
ZAALVOETBAL - Toekenning licentie elite - Betwisten
Een beroep tegen een beslissing van de licentiecommissie Zaalvoetbal moet ingeleid worden voor het BAS, op straffe van uitsluiting, binnen de drie werkdagen na publicatie in "La Vie Sportive". Een licentie aanvraag volgend op de "uitzonderlijke procedure" kan slechts ingediend worden indien de club haar licentie niet bekomen heeft volgens de "normale procedure".
VOLLEYBAL - Licentie - Arbitrageovereenkomst - Belang - Overdracht licentie
De arbitrageovereenkomst is de bepaling in het reglement welke voorziet dat tegen de beslissing van de licentiecommissie beroep mogelijk is bij het BAS. De overdracht van een licentie veronderstelt dat de overdrager de licentie heeft bekomen. De overdrager heeft een belang in de beroepsprocedure wanneer hij zinnens is de licentie over te dragen.
VOETBAL - Pro League - Lidmaatschap - Verlies van rechtswege - Begrip
Het verlies van rechtswege van het lidmaatschap van een vzw, als bepaald in het reglement van die vzw, vereist bovendien het wegnemen of de uitsluiting als sanctie voor het niet langer naleven van de lidmaatschapsvereiste, er is met andere woorden geen automatisme
VOETBAL - Licentie - Betwiste toekenning - Belanghebbende derde club - Belang - Addendum - Continuiteit van de club - Bevestiging van de licentie
Wanneer de toestand van belanghebbende derde clubs afhankelijk is van de toekenning van een licentie, beschikken zij over een gewettigd belang om die toekenning te betwisten; het addendum bij het Reglement van de KBVB maakt geen deel uit van dat Reglement en kan bij gevolg niet worden beschouwd als een verordenende tekst; de continuïteit van een club moet worden beoordeeld op grond, niet enkel van het neergelegde dossier, maar tevens van "alle gekende gegevens" en van alle nieuwe feiten op het ogenblik van de behandeling door het BAS.
BASKETBAL - Reglement - Vroegere beslissingen tenietgedaan door nieuwe beslissing - Gewettigd vertrouwen
Wanneer de Raad van Bestuur van de Koninklijke Belgische Basketbalbond door twee opeenvolgende beslissingen bij eiseres het gewettigd vertrouwen wekt dat haar tweede ploeg in de derde nationale afdeling zal mogen aantreden, kan een latere beslissing van diezelfde raad van bestuur geen uitwerking krijgen in zoverre zij dat gewettigd vertrouwen teniet doet.
VOETBAL - Licencies - Weigeriing - Hoger beroep - Algemene voorwaarden niet vervuld - Afwijzing
Wanneer het arbitragecollege vaststelt dat op het ogenblik van de behandeling van het hoger beroep één of meer van de algemene voorwaarden van artikel 407.1 van het Bondsreglement van de KBVB niet vervuld zijn, hoeft het college de continuiteit niet te onderzoeken en wijst het het hoger beroep af.
VOETBAL - Licenties - Hoger beroep - Gevraagde documenten - Kosten
Wanneer het BAS vaststelt dat alle door de KBVB gevraagde documenten en gegevens zijn bijgebracht, verleent het de licentie. De eiseres wordt niettemin in de kosten van het beroep veroordeeld wanneer die te wijten zijn aan de houding van de eiseres en niet aan enige schuld van de KBVB.
VOETBAL - Licenties - Weigering - Hoger beroep - Algemene voorwaarden niet vervuld - Afwijzing
Wanneer het arbitragecollege vaststelt dat op het ogenblik van de behandeling van het hoger beroep één of meer van de algemene voorwaarden van artikel 407.1 van het Bondsreglement van de KBVB niet vervuld zijn, hoeft het college de continuïteit niet te onderzoeken en wijst het hoger beroep af.
VOETBAL - Licenties - Weigering - Hoger beroep - Beoordeling continuiteit - Toekenning
Wanneer het arbitragecollege heeft vastgesteld dat de algemene voorwaarden van artikel 407.1 van het Bondsreglement zijn vervuld en vervolgens oordeelt dat de theoretisch opeisbare schuld door een lening van een investeerder ruimschoots is afgedekt en dat bovendien de reeds door die investeerder genomen financiële verbintenissen de continuiteïtsvooruitzichten in belangrijke mate verhogen, beslist het dat de continuïteit van de club "naar redelijke verwachtingen" verzekerd is en kent het de licentie toe.
VOETBAL - Licenties - Weigering - Hoger beroep - Toekenning
Wanneer het arbitragecollege vaststelt dat de algemene voorwaarden van artikel 407.1 van het reglement van de KBVB thans vermeld zijn en dat de continuiteit van de club gewaarborgd is daar een "comfortletter" van een vennootschap met ruim voldoende financiële middelen, kent het de licentie toe.
VOETBAL - Licencies - Weigering - Hoger beroep - Algemene voorwaarden niet vervuld - Afwijzing
Wanneer het arbitragecollege vaststelt dat op het ogenblik van de behandeling van het hoger beroep één of meer van de algemene voorwaarden van artikel 407.1 van het Bondsreglement van de KBVB niet vervuld zijn, hoeft het college de continuiteit niet te onderzoeken en wijst het het hoger beroep af.
VOETBAL - Licenties - Weigering - Beroep - Continuïteit - Toekenning
Wanneer het arbitragecollege heeft beslist dat de eiseres thans de in artikel 407.1 Reglement KBVB gestelde algemene voorwaarden vervalt, en vervolgens vaststelt dat, niettegenstaande het budget op aleatoire en onzekere grondslagen is opgesteld, de doorslaggevende en herhaalde steun van een onderneming de continuïteit van de club waarborgt, verleent het een licentie aan de club.
ZWEMSPORT - Trainers - Tuchtsanctie - Identiteitsverwisseling - Evenredigheid
Het BAS oordeelt dat de schorsing van begeleiding van zwemmers gedurende één jaar die de Tuchtraad van de "Fédération Francophone Belge de Natation" (FFBN) aan twee trainers heeft opgelegd, botst met het evenredigheidsbeginsel wanneer de identiteitsverwisseling van twee zwemsters op initiatief van de trainer, weliswaar een fout uitmaakt, maar geen inzicht tot bedrog is aangetoond en de feiten eenmalig zijn en door de daders spontaan zijn erkend.
VOETBAL - Evenredigheid - Toepassing
Wanneer het Arbitragehof vaststelt dat er een onevenwicht bestaat tussen de voordelen die volgen uit een beslissing van een orgaan van de KBVB en de onmiddellijke nadelen daarvan voor de betrokken club, beslist het de specifieke sanctie op te leggen ingeval van misbruik van recht, te weten de beperking van dat recht tot de normale uitoefening ervan.
VOETBAL - Vereniging in vereffening - Bondsschuld - Tenuitvoerlegging - Samenloop
Wanneer de voortzetting van de sportieve activiteiten onder de toepassing valt van de voorwaarden van het Bondsreglement, inzonderheid met betrekking tot het betalen van de bondsschulden, is de beslissing die in het verlengde ligt van die regel geen maatregel van tenuitvoerlegging die botst met de regels inzake samenloop.
BADMINTON - Beroepsspeler - Deelname aan interclubcompetitie - Verbod - Sanctie
Het reglement van de "Ligue francophone belge de badminton" (LFBB) staat de deelname van beroepsspelers aan de interclubcompetitie niet toe. Datzelfde reglement bevat echter geen sanctie bij overtreding van dat verbod, zodat krachtens art. 500, 5 het nationale reglement toegepast wordt.
Bijgevolg wordt, krachtens art. 345 van het Reglement van de Belgische Badminton Federatie, het opstellen van beroepsspelers in een interclubcompetitie gestraft met een geldboete en een forfaitnederlaag.
DOPING - Wielersport - Positieve test - Sanctie
De verwarring ten gevolge van twee dopingcontroles binnen een korte tijdspanne waarvan de eerste negatief was en bovendien gedekt werd door een medisch getuigschrift en van de warrige bevoegdheden bij een eerste inbreuk, verantwoordt de vernietiging van de beslissing die een effectieve schorsing van één jaar oplegt en de beslissing die een formele berisping oplegt.
WIELRENNEN - Selectie wereldkampioenschap - Uitsluiting op grond van art.9.2.002 UCI reglement - Renner tegen wie onderzoek in dopingzaken wordt gevoerd - Onterechte selectieweigering - Schending van de grondrechten
Art. 9.2.002 UCI reglement kan niet worden toegepast wanneer die toepassing tot gevolg zou hebben dat een renner enkel op grond daarvan uitgesloten wordt van selectie voor het wereldkampioenschap omdat aldus zijn grondrechten worden geschonden.
HOCKEY - Speler aangesloten bij een Belgische ploeg - Officiële wedstrijd voor buitenlandse ploeg - Niet meer speelgerechtigd in België
Een buitenlandse speler die aangesloten is bij een Belgische ploeg en die tijdens het seizoen in het buitenland wedstrijden betwist als lid van een buitenlandse ploeg, die niet zijn nationale ploeg is, is voor de duur van dat seizoen niet meer speelgerechtigd in België, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald.
ARBITRAGE - Vordering tot vernietiging van een arbitragebeslissing - Rechtbank van eerste aanleg - Art.1704.2.d. (oud) Ger.W. - Art.1704.2.g. (oud) Ger.W. - Verwerping
Wanneer de rechtbank van eerste aanleg , waarbij een vordering tot nietigverklaring van een arbitrale beslissing aanhangig is gemaakt, vaststelt dat het BAS niet meer heeft toegekend dan gevorderd en dat de partijen ter zitting van het BAS de gelegenheid hebben gekregen hun standpunten uiteen te zetten, beslist ze dat noch art. 1704.2.d. (oud) noch art. 1704.2.g. (oud) van het Gerechtelijk Wetboek zijn geschonden en wijst ze bijgevolg de vordering af.
VOETBAL - Stopgezette wedstrijd - Uitslag
Het reglement van de KBVB bevat geen enkele bepaling die de uitslag regelt van een wedstrijd die ten gevolge van de houding van de toeschouwers definitief is stopgezet.
VOETBAL - Sanctie met uitstel - Opheffing uitstel
Een sanctie met uitstel, behalve een schorsing, wordt pas effectief wanneer de gesantioneerde een inbreuk pleegt die daadwerkelijk met een soortgelijke sanctie wordt bestraft.
Wanneer een nieuw reglement een gunstiger regime invoert, door bijvoorbeeld het uitstel tot één jaar te beperken, komt dit regime ook ten goede aan diegenen die onder het oude regime was gestraft.
VOETBAL - Incidenten - Objectieve aansprakelijkheid - Toepassing - Sancties
Hoewel het beginsel van de objectieve aansprakelijkheid van de clubs wegens de houding van hun supporters van toepassing is in de nationale rechtsorde, staat het aan de bevoegde sportinstanties om de opportuniteit en de keuze van de sancties te beoordelen. Het Hof bevestigt bijgevolg de beslissing van de Geschillencommissie die de sanctie van een wedstrijd met gesloten deuren geen maatregel is die in dit geval het supportersgeweld aan banden kan leggen.
VOETBAL - Wedstrijdblad - Laattijdige indiening - Sanctie
Het laattijdig indienen van het wedstrijdblad wordt op passende wijze bestraft door de Geschillencommissie van de KBVB die een geldboete heeft opgelegd.
VOETBAL - Bekercompetitie - Thuisvoordeel - Beslissing kalendermanager - Schending art. 1606 1. tot 3.
De beslissing van de kalendermanager die steunt op de verandering van datum van één wedstrijd op individuele basis tussen twee clubs, om het thuisvoordeel om te keren ten voordele van een andere club die in hetzelfde stadion speelt, is genomen in strijd met een logische en coherente interpretatie van de bepalingen in art. 1606 1. tot 3. van het Bondsreglement.
WIELERSPORT - Beroepsrenner - Schorsing - Motivering - Beoordeling
Het arbitragecollege dat de schorsing van een maand beoordeelt die aan een beroepsrenner wordt opgelegd omdat hij het imago van de wielersport zou hebben geschaad, beslist dat die schorsing niet passend wordt gemotiveerd door de enkele overweging dat hij materiaal te laat zou hebben ingeleverd.
VOETBAL - Beker van België - Strafschoppenserie - Behoort niet tot de wedstrijd - Doelpunt - Onaantastbare beoordeling door de scheidsrechter
De strafschoppenserie om de winnaar aan te duiden in bekerwedstrijden is geen onderdeel van de wedstrijd en de scheidsrechter oordeelt op onaantastbare wijze of een strafschop een doelpunt oplevert.
VOETBAL -Beker van België - Klacht betreffende de spelleiding - Geschillencommissie - Bevoegdheid
Bij bekerwedstrijden is niet art. 1438.1 van het reglement van de KBVB, maar wel art. 1627.1 van dat reglement van toepassing; dat artikel wijst de Geschillencommissie betaald voetbal aan als instantie die bevoegd is om te oordelen over de geschillen inzake de uitslag van de wedstrijd.
VOETBAL - Speler - Loonachterstal - Veroordeling - Dading - Niet-betaling
De club die ingebreke blijft de bedragen te betalen die zij krachtens een dading na veroordeling verschuldigd is, wordt veroordeeld tot betaling van die bedragen vermeerderd met de intresten en de boete.
VOETBAL - Opleidingsvergoeding - Betrouwbaarheid van het E-Kick-Off systeem - Bewijs
Wanneer de eiser niet aantoont dat het E-Kick-Off systeem heeft gefaald waardoor de opleidingsvergoeding niet verschuldigd zou zijn, kan ook de KBVB geen fout ten laste worden gelegd en blijft de vergoeding verschuldigd.
RUITERSPORT - Selectie - Bevoegd orgaan - Criteria - Voorwerp arbitrage
Wanneer een nationale sportbon bij een selectie voor een internationale wedstrijd zijn eigen reglement schendt, vernietigt het arbitragecollege die selectie; wanneer uit de bewoordingen van de arbitrageovereenkomst blijkt dat beide partijen de definitieve beslissing over de grond van het geschil aan het arbitragecollege opdragen, mede gelet op de hoogdringendheid, beslist het Hof, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak, de selectie van de eiseres te bevelen.
VOETBAL - Overeenkomst tussen voetbalmakelaar en speler - Beëindiging - Gegronde reden - Schadevergoeding
Wanneer het arbitragecollege vaststelt dat de gegronde reden, die tot staving van de beëindiging van de overeenkomst tussen een voetbalmakelaar en speler wordt aangevoerd, niet voldoende is aangetoond en dat evenmin is aangetoond dat de verweerder zijn contractuele verplichtingen zwaarwichtig en voortdurend heeft verzuimd, veroordeelt het de partij die de overeenkomst heeft beëindigd tot het betalen van schadevergoeding waarvan het bedrag door het college wordt bepaald.
VOETBAL - Kort geding - Vordering tot opschorting van de uitvoering van de arbitrale beslissing in afwachting van de beslissing ten gronde - Niet-ontvankelijkheid en ten overvloede niet gegrondheid.
De rechter in kort geding, die kennisneemt van een vordering tot dringende voorlopige maatregelen strekkende tot schorsing van een beslissing van het BAS, die de beslissing bevestigt die eiseres onder meer tot degradatie veroordeelt, tot de rechtbank van eerste aanleg ten gronde uitspraak zal hebben gedaan, verklaart de vordering niet ontvankelijk aangezien de beslissing van het BAS gezag van gewijsde heeft en enkel kan worden tenietgedaan door een beslissing die de uitspraak vernietigt of wijzigt, wat niet tot de bevoegdheid van de rechter in kort geding behoort.
BASKETBAL - Stijgings/dalingsregeling tweede klasse - Beslissing Raad van Bestuur KBBB - Vordering tot vernietiging - Belang
Hoewel de eiseres op het ogenblik dat zij de klacht tegen de stijgings/dalingsregeling indiende een legitiem belang had, dient te worden vastgesteld dat dit belang op het ogenblik van de behandeling door het BAS niet langer aanwezig is; zij is immers op een gunstige plaats geëindigd in de competitie en heeft bovendien ter zitting erkend dat zij niet zal aantreden in de volgende competitie.
VOETBAL - Faillissement - Overdracht van patrimonium.
Artikel 2016 van het reglement van de KBVB dat met name bepaalt dat de overnemende club onmiddellijk de zekere, vaststaande en opeisbare schuld van de overdragende club moet aanzuiveren, geldt voor elke overdracht van patrimonium van een club, inclusief het stamnummer. Dat artikel heeft een algemene draagwijdte en is bijgevolg ook van toepassing bij overdracht na faillissement.
VOETBAL - LICENTIES - WEIGERING - BEVESTIGING DOOR HET BAS - KORT GEDING - DAGVAARDING VAN HET BAS - NIET ONTVANKELIJKHEID
De rechtsgrond op grond waarvan een rechtscollege dat uitspraak heeft gedaan over een zaak kan worden gedaagd geeft in hoofde van de eiser blijk van een op zijn minst originele en vermetele kijk op de rechtsprekende functie en op het beginsel van de scheiding van de machten. De vordering moet derhalve niet ontvankelijk worden verklaard.
VOETBAL - Licencies - Hoger beroep - Verwerping - Criterium van de continuïteit
Wanneer de eiseres op het ogenblik van de zitting niet alle voorwaarden vervult die zijn opgesomd in artikel 406.12 van het KBVB-reglement kan haar geen licentie worden verleend en hoeft het criterium van de continuïteit niet te worden onderzocht.
VOETBAL - Licenties - Hoger beroep - Negatief netto-bedrijfskapitaal - Criterium - Continuïteit
Het bestaan van een negatief netto-bedrijfskapitaal en negatieve resultaten vormt geen beletsel voor het verlenen van een licentie, op voorwaarde dat volgens verwachtingen, waarvan het BAS de redelijkheid beoordeelt, de continuïteit van de club is verzekerd tot einde van het seizoen waarvoor de licentie is verleend.
VOETBAL - Licenties - Hoger beroep - Verwerping - Criterium van de continuïteit
Wanneer de eiseres op het ogenblik van de zitting niet alle voorwaarden vervult die zijn opgesomd in artikel 406.12 van het KBVB-reglement, kan haar geen licentie worden verleend en hoeft het criterium van de continuïteit niet te worden onderzocht.
VOETBAL - Licenties - Hoger beroep - Gevraagde documenten - Continuïteit - Kosten
Wanneer het BAS vaststelt dat alle door de KBVB gevraagde documenten en gegevens zijn bijgebracht en de club aantoont dat haar continuïteit gevrijwaard is voor de duur van de licentie, verleent het de licentie. De eiseres wordt niettemin in de kosten van het beroep veroordeeld wanneer die te wijten zijn aan de houding van de eiseres en niet aan enige schuld van de KBVB.
VOETBAL - Competitievervalsing - Begrip
Het aanknopen van onderhandelingen of het treffen van een akkoord inzake transfers volstaat op zich niet voor competitievervalsing daar deze niet kan bestaan uit onachtzaamheid of gebrek aan voorziening, er moet immers gepoogd of effectief gehandeld worden met een welbepaalde doelstelling met name de competitie te willen vervalsen.
VOETBAL - Licenties - Weigering - Hoger beroep - Betalingsverplichtingen - Continuïteit
Wanneer het BAS vaststelt dat op de dag van de zitting alle betalingsverplichtingen als opgesomd in art. 406, 12, 4° van het KBVB-reglement zijn voldaan en de club het vertrouwen van haar schuldeisers heeft behouden, nieuwe kredieten en de vereiste "letter of confort" heeft verkregen, verleent het BAS de licentie van betaald voetbal.
VOETBAL - Licenties - hoger beroep - Gevraagde documenten - Continuïteit - Kosten
Wanneer het BAS vaststelt dat alle door de KBVB gevraagde documenten en gegevens zijn bijgebracht en de club aantoont dat haar continuïteit gevrijwaard is voor de duur van de licentie, verleent het de licentie. De eiseres wordt niettemin in de kosten van het beroep veroordeeld wanneer die te wijten zijn aan de houding van de eiseres en niet aan enige schuld van de KBVB.
VOETBAL - Licenties - Hoger beroep - Gevraagde documenten - Continuïteit - Kosten
Wanneer het BAS vaststelt dat alle door de KBVB gevraagde documenten en gegevens zijn bijgebracht en de club aantoont dat haar continuïteit gevrijwaard is voor de duur van de licentie, verleent het de licentie. De eiseres wordt niettemin in de kosten van het beroep veroordeeld wanneer die te wijten zijn aan de houding van de eiseres en niet aan enige schuld van de KBVB.
VOETBAL - Licenties - Hoger beroep - Gevraagde documenten - Kosten
Wanneer het BAS vaststelt dat alle door de KBVB gevraagde documenten en gegevens zijn bijgebracht, verleent het de licentie. De eiseres wordt niettemin in de kosten van het beroep veroordeeld wanneer die te wijten zijn aan de houding van de eiseres en niet aan enige schuld van de KBVB.
BASKETBAL - Vreemdeling - Lijst speelgerechtigde buitenlanders - Inschrijving - Voorwaarden
De buitenlander die beschikt over een geldige aankomstverklaring vervult de voorwaarden van de artikelen 288 en 289 van het huishoudelijk reglement van de Vlaamse Basketballiga en hoort te worden ingeschreven op de lijst van de speelgerechtigde buitenlanders.
23 - VOETBAL - Aansluiting - Titularis van de licentie - Vertrekpunt
De speler wiens arbeidsovereenkomst van betaalde sportbeoefenaar in onderling akkoord wordt beëindigd, is vrij om bij een andere club aan te sluiten zodra de beëindiging ter kennis is gebracht van de KBVB; een speler wordt geacht in het bezit te zijn van een spelerslicentie vanaf de datum van de aanvraag bij de secretaris-generaal.
22 - TRIATLON - Betwisting inzake toepassing transferreglement - Verweerder - Niet ontvankelijjk
De vordering die de eiseres voor het arbitragecollege instelt tegen de instantie die in eerste aanleg uitspraak heeft gedaan en niet tegen de tegenpartij in eerste aanleg, is niet ontvankelijk.
21 - RUGBY - Verkiezing van nationale afgevaardigden - Berekening van de meerderheid - Bindend advies van het BAS
Bij de verkiezing van de nationale afgevaardigden dient de meerderheid te worden berekend aan de hand van alle aanwezige of vertegenwoordigde leden, inclusief de onthoudingen en de nietige stemmen.
Het BAS neemt enkel kennis van het geschil zoals dat in de arbitrageovereenkomst is omschreven en kan bijgevolg de beslissing van de algemene vergadering niet vernietigen en beperkt zich tot "een bindend advies".
De partijen hebben zich ertoe verbonden dat advies na te leven.
20 - BASEBALL - Daad van beheer van de competitie - Reglement sportfederatie - Bevoegdheid technische commissie - Beslissing raad van bestuur - Vernietiging
Een administratief forfait opleggen wegens het niet doorgaan van een wedstrijd is een daad van beheer van competitie.
Wanneer het reglement van een sportfederatie de bevoegdheid om de organisatie en het beheer van de competitie aan de technische commissie heeft toegewezen, is een desbetreffende beslissing van de raad van bestuur van die federatie nietig.
19 - ZAALVOETBAL-Stijger naar 1ste klasse-Toekenning van een licentie aan een derde-Onderzoek-Belang
Wanneer bij het BAS een zaak aanhangig wordt gemaakt door een arbitrageovereenkomst waarbij de partijen het BAS verzoeken hun hele geschil te beslechten, is het BAS bevoegd om de eventuele regelmatigheid te onderzoeken van de licentie die aan een derde partij is toegekend, als dat onderzoek noodzakelijk is om het geschil te beslechten.
Het BAS voert dat onderzoek evenwel niet uit wanneer, met toepassing van het FUTSAL reglement, de eiseres in geen geval aanspraak kan maken op de plaats in eerste klasse van de club die onregelmatig een licentie zou hebben verkregen.
18 - TAFELTENNIS - Feitelijke vereniging - Arbitrageovereenkomst - Ondertekening door advocaat - Geldigheid
De arbitrageovereenkomst die enkel is ondertekend door een advocaat zonder bijzondere machtiging van alle leden van de feitelijke vereniging is niet geldig en het arbitragecollege is bijgevolg zonder rechtsmacht
8 - HOCKEY-BEVOEGDHEID VAN HET BAS-ONDERTEKENDE ARBITRAGEOVEREENKOMST-REGLEMENT VAN DE SPORTFEDERATIE-MARGINALE TOETSING-ONDERZOEK TEN GRONDE
Wanneer het reglement van een sportfederatie bepaalt dat het BAS definitief uitspraak doet over het geschil en die federatie de arbitrageovereenkomst heeft ondertekend, doet het BAS uitspraak over het geschil ten gronde en niet enkel over de rechtspleging
9 - VOETBAL-OVERLEGGEN VAN SOCIALE DOCUMENTEN-DWANGSOM-AANVANGSDATUM EXEQUATUR
Het BAS is bevoegd om het overleggen van sociale documenten op te leggen op straffe van dwangsom; die dwangsom is evenwel pas verschuldigd vanaf de betekening van het vonnis van exequatur van de arbitrale beslissing.
10 - VOETBAL-ARBITRAGEOVEREENKOMST NIET ONDERTEKEND DOOR VERWEERDER-OVEREENKOMST ONDERTEKEND DOOR BEIDE PARTIJEN-BEDING DAT HET BAS BEVOEGDHEID VERLEENT OM ELK GESCHIL UIT DE OVEREENKOMST TE BESLECHTEN
Zelfs wanneer de verweerder de arbitrageovereenkomst niet ondertekent, is de zaak geldig aanhangig gemaakt bij het BAS op grond van het beding in de door de partijen ondertekende overeenkomst dat het BAS de bevoegdheid verleent om uitspraak te doen over elk geschil uit die overeenkomst.
16 - VOETBAL-NIET GEKWALIFICEERDE SPELER-SANCTIES-TOEKENNEN PUNTEN
De beslissing van de Geschillencommissie om de wedstrijdpunten in het geheel niet toe te kennen, is een souvereine beslissing die overeenkomstig artikel 1917.1 van het Bondsreglement van de KBVB is genomen en die bijgevolg door het Arbitragecollege wordt bevestigd.
15 - VOETBAL-UITVOEREND COMITE VAN DE KBVB-UITLEGGENDE BESLISSING-DERDENVERZET-GEBREK-ARBITRALE VORDERING NIET ONTVANKELIJK
Een beslissing van het Uitvoerend Comité van de KBVB over een geval dat niet in zijn reglement is bepaald, vormt een uitleggende beslissing waartegen derdenverzet kan worden ingesteld. Het niet instellen ervan binnen de bepaalde termijnen houdt in dat de interne rechtsmiddelen niet zijn uitgeoefend en dat de arbitrale vordering niet ontvankelijk dient te worden verklaard.
12 - VOETBAL-LICENTIES-WEIGERING IN EERSTE AANLEG, BEVESTIGD IN HOGER BEROEP-ONTBREKENDE DOCUMENTEN VOORGELEGD OP DE ZITTING VAN HET BAS-TOEKENNING LICENTIE
De beslissing tot weigering van een licentie die genomen is door de licentiecommissie en in hoger beroep is bevestigd op grond dat bepaalde getuigschriften ontbreken, kan door het BAS worden vernietigd als die getuigschriften op de zitting van het BAS alsnog worden voorgelegd. In dat geval kent het BAS de licentie toe.
6 - IJSHOCKEY-SCHORSING-VERZACHTENDE OMSTANDIGHEDEN-RECHT VAN VERDEDIGING-VOLHEID VAN RECHTSMACHT-NIEUWE STRAFMAAT
De straf die door de Beroepscommissie van de Koninklijke Belgische IJshockey Federatie is opgelegd kan door het Belgisch Arbitragehof voor de Sport worden verminderd als het Hof vaststelt dat geen rekening is gehouden met verzachtende omstandigheden en gegevens in aanmerking zijn genomen waarover geen tegensprekelijk debat werd gevoerd.
13 - VOETBAL-LICENTIES-WEIGERING LICENTIE TOE TE KENNEN DOOR LICENTIECOMMISSIE BEVESTIGD IN HOGER BEROEP WEGENS ONTBREKEN VAN GETUIGSCHRIFTEN EN ANDERE BEWIJSKRACHTIGE STUKKEN-VOORGELEGD OP DE ZITTING VAN HET BAS-TOEKENNING VAN DE LICENTIE
De beslissing tot weigering van een licentie die genomen is door de licentiecommissie en in hoger beroep is bevestigd op grond dat bepaalde getuigschriften en bewijskrachtige elementen ontbreken, kan door het BAS worden vernietigd als die getuigschriften en elementen op de zitting van het BAS alsnog worden voorgelegd. In dat geval kent het BAS de licentie toe.
11 - VOETBAL - LICENTIES - BEROEP TEGEN DE WEIGERING DOOR DE LICENTIECOMMISSIE IN BEROEP - GEEN NIEUWE ELEMENTEN - BEVESTIGING BESTREDEN BESLISSING
Wanneer de eiser tot staving van zijn beroep tegen de weigering door de Licentiecommissie in beroep om een licentie toe te kennen geen enkel argument of stuk voorlegt, bevestigt het arbitragecollege de bestreden beslissing.
7 - BASKETBAL - SPELER INGESCHREVEN OP DE OORSPRONKELIJKE LIJST - TOEGEVOEGDE SPELER - GEEN VRIJGAVE OP HET OGENBLIK VAN DE INSCHRIJVING OP DE LIJST - VREEMDE OORZAAK - ZONDER TOEPASSING OMDAT HET GAAT OM DE MISKENNING VAN EEN REGLEMENTAIRE BEPALING
Het ontbreken van de vrijgave op het ogenblik waarop de speler op de oorspronkelijke lijst wordt ingeschreven kan niet worden gerechtvaardigd door een vreemde oorzaak, aangezien aldus een reglementaire en geen contractuele bepaling wordt miskend.
5 - DOPING - POSITIEVE CONTROLE - RECHTVAARDIGING
Noch het overleggen van een medisch getuigschrift dat het gebruik van verboden middelen om therapeutische redenen voorschrijft, noch een aanvraag tot het verkrijgen van toestemming wegens therapeutische noodzaak, kunnen, a posteriori, een positieve dopingcontrole rechtvaardigen.
4 - DOPING - STAAL - VOLUME - OVEREENSTEMMING - NIETIGHEID
Wanneer het volume van het staal dat bij een dopingcontrole is afgenomen niet overeenstemt met de bepalingen van artikel 9, §1, van het Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 10.10.2002, dienen de controle en daaropvolgende sanctie nietig te worden verklaard.
2 - VOETBAL-INTERNATIONALE TRANSFER-AFGIFTE VAN HET INTERNATIONAAL TRANSFERCERTIFICAAT DOOR DE KBVB ZONDER VOORAFGAANDELIJKE RAADPLEGING VAN DE CLUB-FOUT-SCHADE-OORZAKELIJK VERBAND
Hoewel de KBVB, met schending van artikel 922.21 van zijn reglement, heeft nagelaten vooraf het akkoord te vragen van de club waaraan de speler was toegewezen alvorens een internationaal transfercertificaat af te leveren, kan die fout niet leiden tot schadevergoeding aan de voormelde club wegens het ontbreken van oorzakelijk verband tussen die fout en de vermeende schade.
De speler was immers op het ogenblik van de transferaanvraag niet meer aan de club toegewezen daar hij voordien zijn arbeidsovereenkomst wegens zware fout eenzijdig had beëindigd.
3 - WRAKING-ARBITER-GRONDSLAG
Het optreden van een arbiter als raadsman van een persoon die niets uitstaande heeft met het arbitragegeschil, doet op zichzelf helemaal geen algemeen negatief a priori ontstaan zodat de onpartijdigheid van die arbiter ten aanzien van de tegenstander van die client niet in het gedrang komt.
1- VOETBAL – BETAALD VOETBAL – TRANSFER BUITEN TRANSFERPERIODE - GOEDKEURING - VOORWAARDEN.
Artikel 913.222 van het Bondsreglement KBVB bepaalt de vormvereisten bij een transferaanvraag; de miskenning daarvan leidt tot relatieve nietigheid die enkel door de betrokken partijen kan worden aangevoerd.
Artikel 913 van het Bondsreglement KBVB verleent aan het Uitvoerend Comité het recht een transfer te valideren als één van de drie vermelde voorwaarden is vervuld.
Artikel 6 van het FIFA-reglement staat niet eraan in de weg dat een nationale bond een transfer valideert in een situatie waarin een speler geen verwijt treft, op voorwaarde dat de bond daarbij vaststelt dat de sportieve integriteit van de betrokken competitie gewaarborgd blijft.