Rechtspraak

05/10/2021

239 - Tuchtklacht – Tijdelijke schorsing tot behandeling klacht – Klacht onontvankelijk verklaard in eerdere BAS-arbitrage en tijdelijke schorsing opgeheven – Definitieve schorsing met voorwaarden voor hervatten van activiteiten beslist door disciplinaire commissie na zitting BAS-arbitrage college en vóór bekendmaking arbitrale beslissing – Beroep tegen definitieve schorsing – Vernietiging beslissing van disciplinaire commissie – Toekenning morele schadevergoeding en rechtsplegingsvergoeding

De door geïntimeerde opgelegde sancties, de tijdelijke schorsing (en de lange duur ervan) en de uiteindelijk opgelegde voorwaarden, zijn allen gestoeld op een onontvankelijke klacht en het Arbitragecollege neemt aan dat geïntimeerde voldoende kennis in huis heeft, of behoort te hebben, om dit te moeten weten of, minstens, te moeten opmerken. In die zin meent het Arbitragecollege dat geïntimeerde inderdaad te voortvarend is geweest in haar beslissingen en haar communicatie met, vooral, de leden van de club van appellant. Gelet op het voorgaande is het Arbitragecollege van oordeel dat appellant wel degelijk gerechtigd is op een morele schadevergoeding.
Het Arbitragecollege is van oordeel dat geïntimeerde in casu wel degelijk blijk heeft gegeven van een tergende proceshouding, waardoor appellant zich genoodzaakt zag zich tot het BAS te wenden. Het Arbitragecollege oordeelt dat appellant aldus wel degelijk gerechtigd is op een rechtsplegingsvergoeding naar analogie met het gemeen recht.

Download dit artikel als pdf Trefwoord: Arbitrage

Zoek op trefwoord