Rechtspraak

08/07/2021

231 - PAARDENWEDRENNEN - Doping van paarden – Boetes opgelegd aan paardentrainsters – Terugbetaling van prijzengelden – Geen tegenonderzoek gevraagd met betrekking tot enkele paarden – Geen intern hoger beroep ingediend tegen alle beslissingen van Dopingcommissie bij Federatie – Beroep tegen beslissingen van Dopingcommissie bij het BAS – Devolutief effect – Opgelegde sancties niet disproportioneel – Afwijzing beroep

De beslissingen van de Dopingcommissie werden genomen in volle coronatijden waarbij het voor iedereen zoeken was om het een ander werkbaar te maken en te houden, en dit met het oog op het verder blijven functioneren, en dat hierbij “fouten” werden gemaakt, staat vast maar het betreffen geen fouten en/of nalatigheden die voortvloeien uit een bewuste keuze om het normale procedureverloop te fnuiken, integendeel zijn het eerder onhandigheden voortvloeiend uit een geconfronteerd worden met een nieuwe realiteit.
Er ligt geen schending voor van artikel 6 E.V.R.M. wanneer de procedure kan worden onderworpen aan een “controle achteraf door een rechterlijke instantie met volledige rechtsmacht”, in casu het BAS.
Het arbitragecollege stelt vast dat alle belissingen genomen door de Dopingcommissie, hoewel administratief niet altijd volgens de regels van de kunst opgemaakt, niettemin werden gedragen door onderliggende inbreuken die voldoende bewijskracht hebben.

Download dit artikel als pdf Trefwoord: Ruitersport

Zoek op trefwoord